3 juli 2008

Chenque's break

Wellicht had je als volger van mijn blog al gemerkt dat ik een tijdje weinig heb geschreven. De reden hiervoor is een grote verandering in mijn persoonlijke leven, waardoor ik op dit moment even weinig inspiratie heb over muziek te schrijven en nieuwe muziek te ontdekken. Niet dat ik niets meer beleef in de muziek (gisteravond was ik nog getuige van een bezield optreden van Xavier Rudd en drie dagen North Sea Jazz staan voor volgend weekend ook al weer geboekt), maar de prioriteiten liggen even op een ander vlak.
Waarschijnlijk ga ik wel door met bloggen, ik weet nog niet in welke vorm. Je hoort nog van me, bedankt voor het vertrouwen,

Muzikale groet,
Chenque

20 juni 2008

Nuff Said, (h)erkenning?

Een ieder met een forse collectie platen/cd's zal het fenomeen van de "bijna vergeten klassieker" herkennen. Oftewel, je stuurt je ogen langs de platenkast en denkt ineens: "ja, die plaat die ga ik weer eens opzetten want die is werelds maar ik draai hem nooit meer". Schreef ik onlangs al over mijn hernieuwde belangstelling voor The Pixies (die ik ooit een fantastisch concert zag geven in het klassieke Vredenburg), nu heb ik weer een plaat uit de kast geplukt waarover ik me keer op keer verbaas. Verbazing omdat ik me niet kan voorstellen dat deze band totaal onbekend (en dus helaas onbemind) is in de nationale muziekwereld.
5.541 plays op LastFM op het moment van schrijven, wel erg weinig erkenning voor een band die al ruim tien jaar aan de weg timmert en in 2006 nog de KinkFM LiveXS-Award in de wacht sleepte voor de Neerlands beste live act.

Ik heb het over het Zeeuwse trio Nuff Said, waarvan ik hun debuutplaat Red (1998) écht beschouw als een vergeten klassieker. Wat een wereldplaat, met strak spel, scherpe liedjes en hele ruige klanken. De band klinkt eigenlijk als een stonerrock- of metalband die melodieuze popliedjes maken. Openers Time en New Cake alleen al moeten direct doorgepassed worden naar de eregalerij van de Nederrock en wel direct! Sowieso is het niveau van de hele plaat constant hoog en staan er met Sheets and Shades en Great Big Duck nog twee onvergetelijke liedjes op dit schijfje. Tijd voor gerechtigheid en (h)erkenning, muziekvrienden!

MySpace Nuff Said

15 juni 2008

Knisperpop uit Oslo: Jim Stärk

Dat Noren pure popliedjes kunnen schrijven weten we al langer sinds o.a. Thomas Dybdahl (solo en met zijn The National Bank) en Ane Brun de Lage Landen onveilig maken.

Een band die internationaal nog niet veel aandacht heeft gekregen is het trio van Jim Stärk uit de Noorse hoofdstad. Genoemd naar het door James Dean vertolkte karakter Jim Stärk uit de film Rebel Without A Cause, timmeren deze mannen in eigen land al flink aan de weg. In 2004 breken ze door met de prettige EP Morning Songs, waarvan ook de lokale hit Morning Song afkomstig is. Na die EP verschijnen er op het label Sweet Recordings de afgelopen jaren nog drie platen van Einar Stokke Fadnes (vocals, gitaar, piano), Inge Sørbrøden (bass) en Tom Rudi Torjussen (drums).

Jim Stärk blinkt uit in verfijnde popliedjes. De combinatie van lichte blanke soul met strakke melodielijnen maakt de band onversmadelijk.

Luister zelf maar zou ik zeggen:


MySpace Jim Stärk

13 juni 2008

Rotterdamse nieuwe: AC Berkheimer

In de categorie "interessante bands van eigen bodem" schreef ik gisteren over The Kevin Costners, nu even uw aandacht voor een band die hun debuutalbum In A Series Of Long Days dit weekend in het Rotterdamse Rotown presenteren: AC Berkheimer. Dit gezelschap uit de Maasstad debuteert op het Groningse Subroutine-label, waarop al eerder geslaagde platen van o.a. F*ck The Writer en The Sugarettes verschenen.

De songs van AC Berkheimer kenmerken zich door noisy gitaarlagen, new wave-achtige basloopjes en dito drums. Toch klinken de nummers tegelijkertijd fris en fruitig. Waarschijnlijk door de hoge, hese stem van gitariste Gwendolien (die soms ook de lead vocals voor haar rekening neemt). Mooiste nummer, te horen op hun MySpace pagina, vind ik Another Century.

Mocht je zondag 15 juni niet bij de cd-presentatie in Rotown kunnen zijn, dan krijg je een herkansing de band live te zien op het Metropolis Festival
(6 juli a.s.).

MySpace AC Berkheimer

PS Op de website van Subroutine is deze maand gratis de track For He's Not There van AC Berkheimer te downloaden

12 juni 2008

The Kevin Costners, nieuwe 3FM lievelingen?

Je bandje noemen naar een acteur die ooit geroemd werd om zijn mooie rollen en die nu al jaren aan artistiek verval onderhevig is, lijkt een hachelijke onderneming. Aan de andere kant is het wél een manier om op te vallen met je muziek.
Hoe dan ook, de winnaars van de Grote Prijs van 2006, The Kevin Costners, kwamen recent op de proppen met hun debuutalbum Come On In op Excelsior Recordings. Een logische keus van de platenbazen van dit Utrechtse label, want het bandje past prima binnen het rijtje van frisse gitaarbandjes wat daar al eerder hun kunstjes mochten vertonen.

The Kevin Costners brengen je een forse dosis aan vrolijke popliedjes. Zo is Lack Of Sun een heerlijk spring-in't-veld-liedje en bewijst de band met Too Hard Won ook een puike rocksong neer te kunnen zetten. Hoekige riffs verpakken in goed-in-het-gehoor-liggende-liedjes, dát is waar het tegenwoordig in de indiescène om draait en dát is precies waar deze jongens meesters in zijn. Prettige bijkomstigheid, het zijn ook nog eens "Ollanders", dus we mogen best een beetje trots op deze mannen zijn.

PS In verband met de huidige voorspellingenkoorts rond het voetbal doe ik een voorspelling rond de populariteit van The Kevin Costners: deze mannen zouden na Voicst best eens de nieuwe 3FM-lievelingen kunnen worden.

MySpace Kevin Costners

Live concert op Fabchannel

6 juni 2008

Een ster in Zuid-Amerika: Gustavo Cerati

Vooruit, ik ben in een goede bui en ben dus niet te beroerd om één van mijn grootste geheimen te onthullen: de Argentijnse singer/songwriter Gustavo Cerati. Sinds ik voor het eerst in Argentinië kwam in 1999 ben ik verknocht geraakt aan deze beroemdheid (althans in Zuid-Amerika). Hij wordt volop geroemd om zijn veelzijdige carrière en heeft een sterke discografie opgebouwd.

De "porteño" Cerati is al vanaf 1991 actief in de Argentijnse muziekscène, allereerst binnen de in Latijns-Amerika bekende pop/rockband Soda Stereo (samen met Charly Alberti en Zeta Bosio), waarmee hij twee albums maakte. Vanaf 1999, toen hij voor zichzelf begon, heeft hij drie gevarieerde platen opgenomen. De prachtige plaat Bocanada uit 1999, zijn debuut als solo-artiest, is om melancholische redenen mijn persoonlijke favoriet. Een plaat met een hoofdrol voor zweverige, meanderende popliedjes die rollebollen over een laagje van electronica en gitaren.

Siempre Es Hoy uit 2002 is veel meer een electro-plaat en blijkt na vele draaibeurten helemaal niet onder te doen voor het debuut. Zijn Ahí Vamos (2006) is een pure, rauwe rockplaat die al het prutswerk van Lenny Kravitz van de laatste jaren snel doet vergeten; op deze plaat komt ook het feit dat Cerati een topgitarist is goed naar voren.

Je kunt Gustavo Cerati ook horen op platen van anderen. Het meest beroemd zijn de duetten Día Especial en No die hij met Shakira zong op haar doorbraakplaten Fijación Oral (vol. 1 + 2).

Om een indruk te krijgen van zijn werk hier enkele video's van Gustavo Cerati:

Cosas Imposibles, van het album Siempre Es Hoy


Het strak rockende La Excepción van Ahí Vamos


& Tabu van zijn debuutalbum Bocanada


MySpace Gustavo Cerati

3 juni 2008

Pinkpop 2008, teveel vergane glorie

"En wat vond je van Pinkpop dit jaar?" wordt er steevast in mijn vriendenkring gevraagd nadat het jaarlijkse Zuid-Limburgse festival weer is afgelopen. Vooropgesteld: ik ga er al jaren niet meer naar toe, maar volg het festival wel op televisie. Waren dat in het verleden hele tweede Pinksterdagen rondhangend op de bank, tegenwoordig is dat af en toe iets meepikken en de lange uitzending opnemen om achteraf te bekijken.

Wat mij in ieder geval steeds vaker opvalt is dat je in de rockscène blijkbaar niet meer meedoet zonder je lijf vol te tatoëren. En dacht ik even dat Josh Homme eindelijk iemand zou zijn zonder tattoos blijkt ook hij van die lelijke dingen op zijn knokkels te hebben staan. Ik vraag me dat dan echt af hoe dat gaat... zo van, "ik zit in een band, iedereen heeft tattoos, weet je ik laat er ook maar een paar zetten anders hoor ik er niet meer bij". Jezus, volwassen mannen! Jammer, ik houd altijd wel van wat tegendraadsheid, in het leven én in de muziek. Nu zegt het hebben van tatoeages natuurlijk niets over de kwaliteit van de muziek. Ik moet zeggen dat ik vooral Queens of the Stone Age retestrak vond klinken, de rest van stevige participanten konden mij weinig boeien. Grappig dat zo'n band als Kaiser Chiefs ineens wel érg melodieus overkomt na brei aan decibellen van Cavalera Conspiracy en Metallica.

Zoals Giel Beelen terecht opmerkte kwam de dance liefhebber er bekaaid van af dit jaar en misschien was dat nu juist wel de reden dat ik het meest gecharmeerd raakte door de optredens van Miss Moloko, Roisin Murphy en de mannen van Groove Armada. Voor de rest blijft een onbestemd gevoel hangen. Pinkpop is best aardig als je allerlei grote acts tegelijkertijd in een weekend wilt zien, maar het verrassingseffect is wel erg ver te zoeken. Om het programma vol te krijgen worden dus maar allerhande "op-leven-na-dood-acts" uit de kast gehaald waar niemand op zit te wachten: Rage Against The Machine, Counting Crows, Alanis Morissette, The Verve, etc. Het ontbrak er nog maar weinig aan of Lenny Kravitz en Faithless kwamen ook nog een keer hun uitgebluste show opvoeren. Nee, blijkbaar is Pinkpop niet meer aan mij besteed en erger ik me steeds meer aan deze optocht van vergane glorie.

31 mei 2008

Tom Baxter, Jeff's opvolger?

Voor de goed oplettende muziekliefhebber kan deze post nauwelijks als een verrassing komen, maar omdat ik pas sinds kort de volle kracht van de Engelsman Tom Baxter ben gaan waarderen wil ik toch nog even aandacht schenken aan dit fenomeen. Het gebeurt jou vast ook wel eens dat iemand je wijst op een artiest en dat je zelf zo druk bent met allemaal andere muziekdingen, dat je denkt "komt nog wel eens als ik wat meer aandacht aan dit plaatje kan besteden".

Dit overkwam mij deze week dus met Mr. Baxter, want zijn tweede plaatd Skybound staat hier al langere tijd te wachten op een eerste, serieuzere draaibeurt. Pas nú kom ik er achter dat deze artiest wel eens de eerste waardige opvolger van Jeff Buckley zou kunnen zijn. Althans, ik beluister een vergelijkbare onderhuidse spanning in zijn liedjes en zijn zeggingskracht en melodramatiek zijn simpelweg overweldigend. En het mooie is: hij doet niet eens zijn best de opvolger te willen zijn, deze man is gewoon zichzelf. Luister maar eens geconcentreerd naar Half A Man en je begrijpt hopelijk wat ik bedoel.

Bovendien zijn Tom Baxter's composities heel fraai opgebouwd, met prachtig gitaarspel en rijke orkestratie. In één van de hoogtepunten Icarus Wings zit een verrassend flamenco-achtig stuk. Mijn devies: laat je meeslepen door deze plaat, het is de moeite meer dan waard.

MySpace Tom Baxter

28 mei 2008

Ze French rule: Kokomo Webradio

Goede radiostations zijn er in Nederland nauwelijks te vinden, ik erger me echt groen en geel aan het zogenaamd "verrassende" 3FM en andere troepzenders. OK, Radio 6 is goed te pruimen, dát dan weer wel.
Gelukkig kan je op het internet van alles beluisteren en één van de betere webradio-kanalen die ik de laatste tijd heb ontdekt is notabene Frans: Kokomo Webradio. Het is een non-profit radio station met veel indie folk, pop & soul. Om je een voorbeeld te geven: in de beste platen van Kokomo over 2007/2006 staan Marissa Nadler, Great Lake Swimmers (hun Your Rocky Spine is uitgeroepen tot het beste nummer van 2007, goede keus!), Ed Laurie, Bonnie "Prince" Billy, etc. Veel folk dus, maar ook Los Campesinos!, Cold War Kids of The Shins komen voorbij. Vive la France! Vive Kokomo!

Website Kokomo

26 mei 2008

Spring-in-'t-veld-liedje van Herman Düne

Als je interesse voor muziek bovenmatig is en je veel tijd doorbrengt op het wereldwijdeweb dan is de kans groot dat je op dingen stuit waar je anders nooit mee in aanraking was gekomen. Zo kwam ik volgens mij via een LastFM-vriend op het bijzondere gezelschap Herman Düne die zichzelf met het spring-in-'t-veld-liedje I Wish That I Could See You Soon zó opvallend in je gehoor wurmen, dat het deuntje daar vervolgens dagenlang blijft doorechoën. En waar ik eerst dacht dat deze Herman, met zijn onaantrekkelijke naam, een éénmansact was bleek bij enig research al snel dat het hier een bandje betreft uit Frankrijk dat sinds 1999 bestaat en reeds vijf platen op haar naam heeft staan.
Ze hebben zich nooit echt in de kijker gespeeld, maar het nummer I Wish That I Could See You Soon werd vorig jaar door de Rolling Stone hoog aangeslagen en kreeg de 89e notering in de lijst met 100 beste songs van 2007. Het is inderdaad een verslavend popliedje met een fijn koortje, een hypnotizerend trompetje en een vrolijke clip:



MySpace Herman Düne

23 mei 2008

Bijzonder "Virus Free Generation" album

Het Virus Free Generation-project richt zich op het uitbannen van HIV & AIDS in zuidelijk Afrika en wil hiervoor zoveel mogelijk aandacht onder de Europese jeugd. Om het initiatief te ondersteunen is een project gestart om een cd op te nemen waarbij hiphop artiesten uit 4 verschillende Europese landen samenwerken met hiphoppers uit 4verschillende Afrikaanse landen. De teksten gaan o.a. over het verslaan van HIV & Aids en de rol die de jeugd hier bij kan spelen. Het resultaat van deze bijzondere samenwerking is nu, na het tekenen van een petitie, gratis te downloaden via deze link

Het uitbrengen van deze cd is meteen een goede gelegenheid om aandacht te vragen voor het a.s. Dunya festival dit weekend (zondag 25 mei). De hiphoppers van het VFG-project zullen hier optreden naast vele anderen waaronder de Rotterdamse parel Ntjamrosie, de Kaapverdiaanse ster-in-wording Tcheka en de Mauritaanse Afropop-artiest Daby Touré.

Virus Free Generation Hiphop Tour

22 mei 2008

Jason Mraz & het "Jack Johnson-syndroom"

Er zijn legio Amerikaanse singer/songwriters die in eigen land écht groot zijn en stadions uitverkopen, maar die hier maar geen voet aan de grond krijgen. Ooit van deze mannen gehoord: Matt Nathanson, Brett Dennen of Jason Mraz? They belong to a major league over there en ze maken ook goede popmuziek.

Jason Mraz heeft al jaren mijn bijzondere aandacht omdat hij enkele hele fijne, funky platen heeft gemaakt waaronder Waiting For My Rocket To Come (2002) en zijn perfecte live album Tonight, Not Again (2004). Ook op zijn "first ever performance at a jazz festival" gedurende North Sea Jazz vorig jaar toonde Mraz zich een rasperformer die zijn gitaar optimaal gebruikte om een swingende set neer te zetten.
En nu is er dan zijn meest verse schijf: We Sing. We Dance. We Steal Things. Helaas heeft Jason Mraz hier een wel heel opvallende knieval naar het grote publiek gemaakt. Het openingsnummer Make It Mine doet al het ergste vermoeden voor de rest van de plaat. Het zal mij niets verbazen als ook Jason Mraz artistiek ten onder zal gaan aan het "Jack Johnson"-syndroom, waarvan de definitie luidt: heeft óóit goede muziek gemaakt en voert nu nietszeggende deuntjes die het vooral goed doen op Sky Radio en Q-Music.

Hier nog een staaltje Jason Mraz in betere tijden:

21 mei 2008

Fanfarlo: Bowie's uitglijder?

Soms laat je je op het verkeerde been zetten door enthousiaste persberichten of nog gevaarlijker, quotes van bekende artiesten. Want als je het volgende leest, opgetekend uit de mond van David Bowie, dan denk je toch op zijn minst met dé verrassing van dit jaar te maken te hebben: "I've heard four or five of Fanfarlo's songs now, and, like a few of my other favourites, they have that particular knack of being able to create uplifting music that's blessed with a delicious melancholia at the same time. [...] I'm sure you'll be hearing a lot more of Fanfarlo".

Goed, het gaat dus over Fanfarlo, een Londense band die op 14 juni op het altijd fijne festival The Music In My Head staan. Zo'n uitnodigende oproep van een alom gerespecteerde rockster is natuurlijk een goede publiciteit voor deze onbekende band. Het maakt direct nieuwsgierig, maar legt tegelijkertijd de lat hoog.
De vraag is, werkt dit wel, een band op zo'n manier lanceren? Want ik heb Fanfarlo inmiddels enkele malen beluisterd en het kan mij (nog) niet bekoren. Het is een rip-off van DeVotchKa, alleen dan stukken minder spannend. Misschien had ik de band wel op een andere manier beoordeeld als ik de verkooppraat van Bowie niet gelezen had?

Website Fanfarlo
MySpace Fanfarlo

Verslag door Chenque van The Music In My Head 2007

19 mei 2008

Bon Iver: rauwe klanken uit de bossen

Het werkte al eerder bij Arthur Adam, jezelf opsluiten in een houten huisje, diep verstopt in de naaldbossen en iets wonderschoons creëren. Hetzelfde deed de Amerikaan Justin Vernon, hij raakte geinspireerd door de wouden van Wisconsin en nam er het debuutalbum For Emma, Forever Ago op onder de artiestennaam Bon Iver. Volgens de website Metacritic de best bekritiseerde plaat tot nu toe in 2008. Ikzelf ben nog niet helemaal overtuigd na het beluisteren van de nummers op zijn MySpace-pagina en na het zien van zijn live performance bij Jools vorige week. Wat ik wél zag was bezieling en gedrevenheid, het klonk alleen allemaal een beetje over de top en erg rauw. De tijd zal het leren, in ieder geval kun je de man deze week nog aan het werk zien in het Haagse Paard (22 mei), in Roepaen te Ottersum (23 mei) en Paradiso (24 mei). Van dat laatste concert zal dan wel weer iets te zien zijn op Fabchannel mogen we hopen.

MySpace Bon Iver

Bon Iver speelt Flume bij Jools:

14 mei 2008

Vooruitblikkend op North Sea Jazz 2008

Het is natuurlijk niet helemaal correct om te zeggen dat je het aanbod op het komende North Sea Jazz festival vindt tegenvallen als er in drie dagen ruim 150 acts worden voorgeschoteld. Toch mis ik dit jaar op voorhand de ruime keus aan wereldmuziek die er vorig jaar te genieten viel. In de 2008 editie wél veel latin jazz (o.a. Sergio Mendes, Neco Novellas en het Michel Camilo Trio), maar de Afrikaanse muziek komt er bekaaid van af met alleen optredens van Angelique Kidjo en Youssou N'Dour.
De revival van de soul zou met de komst van Adèle een zeer goede representante en publiekstrekker hebben gekend, ware het niet dat deze Britse helaas verstek moet laten gaan. Een teleurstelling voor de organisatie, want jammer genoeg liet Amy Winehouse het vorig jaar ook al afweten. Adèle geeft het stokje over aan o.a. Angie Stone, Jill Scott en Sharon Jones & The Dap Kings.

Andere NSJ tips van de hand van Chenque: Concha Buika (moderne flamenco), Fink (singer/songwriter), Gnarls Barkley, Joe Jackson, C-Mon & Kypski (dance), Bootsie Collins (funk), Melody Gardot (pop), Leine (Nederlandse singer/songwriter) en de meeste vreemde eend in de bijt: The Mars Volta.

Tot 11,12 en 13 juli in Rotterdam!

Concertverslag Chenque North Sea Jazz 2007

11 mei 2008

Liam Finn drumt als Animal

Ik vond de laatste paar uitzendingen van Jools Holland's programma Later.... op de BBC2 een beetje tegenvallen. Normaliter kom ik hier geregeld verrassende, nieuwe acts tegen, maar de uitzending van afgelopen vrijdag bevatte bijvoorbeeld geen enkele ear-opener (of het moet de fantastische samenwerking tussen Robert Plant en Alison Krauss zijn geweest, maar dat is niets nieuws onder de zon).
Vorige week was ik wél gecharmeerd van Liam Finn, de oudste zoon van Neil Finn, je weet wel die iele voorman van Split Enz en Crowded House. Liam is een jongen van pas 24 lentes jong en heeft het songwritersbloed van zijn paps meegekregen. Bij Jools voerde hij samen met Second Chance, van zijn plaat hier onderbelichte plaat I'll Be Lightning uit 2007.
Live werkt hij vaak samen met de zangeres Eliza-Jane Barnes (ook weer dochter van de bekende Australische artiest Jimmy Barnes).

Anyway, het nummer Second Chance had live bij Jools een lekker tempo en een strakke, repeterende riff. Na enig gepiel met opgenomen loops verdwijnt Liam van de gitaar achter de drumkit en ontaarde zijn optreden in een drumorgie waar Animal jaloers op zou zijn geweest. Een opvallende verschijning, deze Liam Finn.

Zie hier het optreden van Liam Finn bij Jools:

9 mei 2008

Recensie DeVotchKa - A Mad & Faithful Telling

Stel jezelf een doldwaze achtervolgingsscène op het Roemeense platteland voor, met oude, verroeste auto's, ezelskarren en dwarrelende kippenveren.
Of verplaats je naar een Siciliaans dorpje waar je midden in een huilende en rouwende menigte terechtkomt en een zestal in het zwart geklede maffiosi een houten kist ziet dragen. De achtergrondmuziek die bij deze beelden hoort, zou DeVotchKa zomaar uit de hoed kunnen toveren.
Al eerder maakte deze band filmmuziek voor de soundtrack van de film Little Miss Sunshine, maar met hun nieuwe plaat A Mad & Faithful Telling lijken ze zich rechtstreeks te wenden tot de meester van de Balkan-road movie, Emir Kusturica (o.a. Black Cat, White Cat en Life is a Miracle), in de hoop zijn nieuwste film van een soundtrack te mogen voorzien.

De bandnaam DeVotchKa is gekozen uit het Nadsat, een Engels-Russische taal die is verzonnen door schrijver Anthony Burgess en die wordt gebruikt in het wereldberoemde boek A Clockwork Orange. Het betekent 'jong meisje', en klinkt in ieder geval redelijk exotisch voor een band bestaande uit een viertal Amerikanen (drie mannen en een vrouw) uit Denver, Colorado. Sinds hun debuutplaat Melodrama (2000) staan ze bekend om het maken van een eigenzinnige mix van folkloristische klanken en popmuziek. Met het huidige succes van de Balkanmuziek lijkt de tijd rijp voor een doorbraak van DeVotchKa en is de timing van de release van A Mad & Faithful Telling perfect.

Het verademende van DeVotchKa is dat ze zich niet laten beperken door het gebruik van het standaardinstrumentarium uit de pop/rockwereld. Het lijkt wel of de bandleden op een goede dag hebben besloten een hele muziekwinkel leeg te kopen en alle instrumenten te gaan bespelen. Zo speelt zanger Nick Urata bijvoorbeeld bouzouki, piano, trompet, gitaar en de elektronische theremin. Andere bandleden bespelen de viool, accordeon of sousafoon en het is dít avontuurlijke aspect dat DeVotchKa tot een band maakt die de energie uitstraalt van het leven zelf. Soms opgetogen en vrolijk, soms triest, soms melodramatisch, soms bombastisch: alle stemmingen komen terug in hun achtbaanmuziek.

Het is dan ook niet zo vreemd dat je bij het beluisteren van A Mad & Faithful Telling heel veel referenties van andere bands te binnen schieten. Maar het zijn allemaal flarden herinneringen. Zo hoor je bij de eerste klanken van het heerlijke openingsnummer Basso Profundo tien seconden Doe Maar, tien seconden David Byrne (Talking Heads), vervolgens het archetypische zigeunerorkest en zo verder. Het wonderschone A Clockwise Witness doet soms denken aan Arcade Fire, met de meeslepende zang van Urata en het gebruik van de viool in een kamerorkestsetting. Een ander prachtig nummer is Head Honcho, lekker up-tempo, gecombineerd met accordeon en sfeervolle samenzang. Hier hoor je zelfs het gebruik van de Spaanse taal voorbijkomen, net als in Basso Profundo. Het is een wervelende mengeling van stijlen en sferen.

Echter, de achtbaan lijkt in de tweede helft van de korte plaat alleen nog maar langzaam omhoog te kruipen en het is wachten op een snelle afdaling die er niet meer komt. Dat is jammer, want DeVotchKa verrijkt de hedendaagse muziekwereld met enkele bijzonder originele liedjes, het zijn er alleen te weinig om een volle plaat te blijven boeien. Laten we hopen dat DeVotchKa over vijf jaar niet wordt beschouwd als "dat trendy bandje dat in 2008 nog een hele leuke plaat heeft gemaakt".

MySpace DeVotchKa

7 mei 2008

A trip to memory lane: Death to The Pixies

Het gebeurt me niet zo vaak, dat ik helemaal word gegrepen door een bandje dat al lang geleden ter ziele is gegaan. Maar ik heb plotseling een zwak voor The Pixies. Toen de band nog actief was liep ik niet zo warm voor de band rond zanger/gitarist Frank Black en bassiste Kim Deal. Okay, ik heb ze wel eens live mogen aanschouwen in Vredenburg en vond het wel een aardige band. En nu, anno 2008, ineens heb ik de kolder en ben ik in de ban van die ene verzamelaar met hun beste werk: Death To The Pixies uit 1997. De moddervette basloopjes, de krijsende uithalen van Mr. Black, de riffs, samenzang, de hese stem van Sra. Deal, de rare teksten, de songtitels (Debaser, Caribou, Monkey Gone To Heaven), de ongecontroleerde controle in de songs.... ik weet niet wat me plotseling bezielt, het is gewoon fijn om onder te dompelen in zo'n bad met jaren negentig nostalgie. Dat de band in 2004 weer bij elkaar is gekomen voor een onvermijdelijke reunie-tour vergeet ik daarbij gemakshalve, voor mij hield de band op te bestaan in 1993 en zijn The Pixies "volmaakt verleden tijd".

Hier een live opname uit 1988 van Gigantic:

5 mei 2008

Free Life: Dan Wilson @ his best

Op American Recordings, het label van producer Rick Rubin, zijn al veel goede en bijzondere platen verschenen. Denk aan het werk van The Black Crowes en System Of A Down, maar ook de laatste wapenfeiten van wijlen Johnny Cash. Het lijkt wel of Rubin een neus heeft voor authenticiteit en bovenal kwaliteit. Want de plaat Free Life van singer/songwriter Dan Wilson, die zojuist is verschenen op zijn label, raakt dichtbij iets wat de pophemel moet zijn. Dertien kristalheldere popliedjes, geschreven door de Amerikaan Dan Wilson die hiermee zijn eerste soloplaat aan ons blootstelt. Je kent Dan misschien nog als voorman van de redelijk succesvolle band Semisonic en in een nog verder verleden van Trip Shakespeare. En dat de man liedjes kan schrijven weten The Dixie Chicks ook al langer, want het nummer Not Ready To Make Nice wat hij voor hun schreef leverde hun in 2007 een Grammy op voor "Song Of The Year".

Anyway, Free Life van Dan Wilson barst uit elkaar van de prachtsongs en dat moet ik gewoon even gedeeld worden met de wereld. Dan's stem is helder en soms ietwat lijzig, zijn songs zijn puur en gevarieerd. Nergens vliegt Free Life uit de bocht, het blijft uiterst beheerst met een strakke begeleidingsband, waarbij veelvuldig gebruik van strijkorkesten de songs op een nog hoger plan tillen. Soms schuurt Dan tegen het ruige aan (de gitaarsolo op Cry bijvoorbeeld) om dan vervolgens weer terug te keren naar de basis. Razend knap, om een album te maken dat ongeforceerd over komt, terwijl de liedjes toch in een strak keurslijf zitten. Wat overblijft is Dan's hamvraag: "What your gonna spend your free life on?"

Website Dan Wilson (waarop je alle songs kunt beluisteren)

Video van en door Dan Wilson over het opnameproces van zijn album Free Life

1 mei 2008

Continu veranderend muzikaal landschap

Iedereen ziet om zich heen het muzikale landschap veranderen, dankzij het internet. Artiesten worden gemicrofinancierd (Calabash Music), bands zetten hele albums gratis online nog vóórdat het album verschijnt op cd (Radiohead), duo's zetten albums achterstevoren gratis online (Gnarls Barkley), elke artiest kan zijn muziek laten horen en exclusieve luistersessies organiseren op MySpace, etcetera.

Vandaag werd ik geconfronteerd in mijn mailbox met een voor mij nog nieuwe variant: een artiest die mij als fan en als aanwezige op zijn eigen mailinglist, via de mail vraagt om te helpen bij de financiering van zijn nieuwe studioalbum. Het gaat om de Amerikaanse singer/songwriter Richard Shindell, die enkele prachtige platen op zijn naam heeft staan (o.a. Vuelta), en die gewoon eerlijk toegeeft zijn werk zonder deze voorfinanciering niet te kunnen doen. Eigenlijk kan hij het zelf het beste uitleggen: In a nutshell, what the internet taketh away, the internet giveth back. Gone are the days of all-powerful record labels capable of handing out large recording budgets. While this might be unsettling to some, I think it's just great. Folks like me are now in the happy position of being able to appeal directly to our fans to take up the slack.

Dit allemaal onder de kop Finance My New Record!. Natuurlijk is elke rechtgeaarde fan nieuwsgierig naar dit nieuwe album dat rond de jaarwisseling moet verschijnen, dus ik heb er geen enkele moeite mee Mr. Shindell $20 vooruit te betalen om vervolgens een exclusieve, getekende versie (+ bonus cd) van zijn nieuwe werk thuis te mogen ontvangen. Bedrijven als PayPal maken het voor Richard Shindell eenvoudig om zelf zijn eigen winkel te beginnen en de betaling te regelen. Maar wát een omgedraaide wereld! Hier is de productie- en distributieketen van de muziekindustrie helemaal omgegooid. Eigenlijk worden vooral artiest en fan er beter van, in plaats van fabrikant en retailer. Dat laatste gaat mij wel aan het hart, want de offline platenzaak moet blijven voortbestaan........

Richard Shindell's Finance My New Record!

PS Oh ja, er gaat ook nog een gedeelte van de opbrengst (15%) naar een goed doel, het Argentijnse Crecer Con Amor kinderopvangcentrum.

Foto Richard Shindell: Marinko Matura

29 april 2008

Microfinanciering in de wereldmuziek

Tune Your World heet het bijzondere initiatief van Calabash Music. Hierbij biedt de fair trade website Calabash Music onbekende artiesten (zonder contract) in de wereldmuziek de gelegenheid om met geleend geld van de fans opnames te maken en deze te verkopen via de website www.calabashmusic.com. Artiesten krijgen de helft van de opbrengst van de download en behouden de rechten op hun eigen muziek. Een goed idee, dat overigens heel veel weg heeft van Sellaband. De focus ligt bij Calabash echter op één segment van de muziekindustrie, de wereldmuziek.

Calabash Music is overigens ook een goede bron voor het ontdekken van nieuwe wereldmuziek, want ze stellen wekelijks gratis downloads ter beschikking.

26 april 2008

The Raconteurs: troostmannen vertellen weer fraaie verhalen

Iedere wakkere liefhebber van vuige rock met een poprandje is natuurlijk al lang op de hoogte van het bestaan van The Raconteurs. Deze band verraste twee jaar geleden vriend en vijand met hun debuut Broken Boy Soldiers. En ja, wie heeft er niet luchtgitaar staan spelen op botergeile riffs van de wereldhit Steady As She Goes? Dit uit duizenden herkenbare gitaargeluid, afkomstig van Jack White (frontman van The White Stripes) geeft The Raconteurs het ruige rockrandje, terwijl de inbreng van zanger en medecomponist Brendan Brenson voor een meer gangbaar geluid zorgt.

Op de nieuwe plaat van The Raconteurs, Consolers Of The Lonely, consolideeert de band de kwaliteit van het debuut met speels gemak. Dit keer brengen de "vertellers" weer troost met een mix van krachtpatsers en gevoelige liedjes. Zo knalt het openingsnummer Consolers Of The Lonely uit je speakers alsof het rechtstreeks van de laatste van The White Stripes, Icky Thump , is geplukt. Aan de andere kant zou een bijna Beatlesque nummer als You Don't Understand Me weer nooit op een White Stripes plaat hebben kunnen staan.

Mijn persoonlijke favoriet van het album is de schitterend opgebouwde compositie The Switch And The Spur. Dankzij de blazers in dit nummer kom je met een beetje fantasie rechtstreeks in een Middeleeuws tafereel terecht. Is dat niet het mooie van muziek, dat het de verbeelding prikkelt? The Raconteurs kunnen dit als de beste, verhalen vertellen die je geest én lichaam doen bewegen.

Video van een andere knaller: Salute Your Solution


MySpace The Raconteurs

24 april 2008

Groovy EP van PELT in mp3

De Nederlandse gitarist Joep Pelt is de laatste jaren vooral bekend van zijn plaat I Yougoba, het resultaat van een boeiende samenwerking met de Malinese gitarist Lobi Traoré en vorig jaar nog te bewonderen op het North Sea Jazz. Dat Joep ook "gewone" liedjes heeft geschreven als solo-artiest en veel heeft gecomponeerd voor zijn band PELT is niet bij iedereen bekend. Tijd om daar verandering in te brengen zal hij gedacht hebben want vanaf nu is de "oude" nieuwe EP die de band ooit in 2006 in Duitsland opnam gratis ter beschikking op de site van Joep. Minder bluesy dan zijn werk met Traoré en zijn Mississippi-project, maar eerder een geïnspireerde mix van soul en pop met groovy gitaarriedels. Gewoon heel fijn om toe te voegen aan één van je playlists.

De EP van PELT in mp3-formaat

Website Joep Pelt
MySpace Joep Pelt

21 april 2008

Mijnsherenland got talent


In het land van de Heer, Mijnsherenland, onder de rook van Rotterdam, tref je aan aparte vogel aan. De vogel kwam mij tegemoet gevlogen door zichzelf te melden via de MySpace community, waar je vriendjes kan worden met artiesten maar waar artiesten ook fans proberen te maken. Deze vogel, Mark Lotterman, maakt een soort pyschedelische rock met de hoofdrol voor de orgel en zijn zware, doorrookte stem. Het nummer Revolution, dat je op zijn MySpace pagina kunt beluisteren, is een vette stoemper in de overdrive. Met de andere song op zijn pagina, Three Men, tapt hij weer meer uit het gevoelige vat met een verhalende tranentrekker.

Mark speelt op 28 april @ Exit - Rotterdam in het voorprogramma van zijn vriend Johnny Dowd. Op de nieuwe plaat van Mark, Pain & Entertainment (voor € 12,50 verkrijgbaar op www.marklotterman.nl) doet Johnny mee op het duet Solitude In 10 Verses. Dikke kans dat je deze samenwerking dus ook live kan aanschouwen de 28e!

MySpace Mark Lotterman

18 april 2008

Interview with Yasmin Levy

Na het verschijnen van haar cd Mano Suave in 2007, een plaat die nú al terecht betiteld is als instant klassieker binnen het genre van de wereldmuziek, is de ster van Yasmin Levy rijzende. In maart j.l. deed ze Nederland weer aan en heb ik geprobeerd een interview met haar af te nemen vóór haar concert in Rotterdam. Helaas is dat toen niet gelukt, maar inmiddels is het wel zo ver en heeft "la reina del ladino" haar hart opengesteld en antwoord gegeven op enkele persoonlijke vragen die ik haar stelde over haar muziek en roots. Zie hier het resultaat:

You try to spread and conserve the unique Ladino culture with your music. What does it mean for you personally to be a "Ladina"?

I was introduced to Ladino singing and culture from childhood. My father, the late Yitzhak Levy, dedicated himself to documenting these songs which had been passed down for generations by word of mouth. My mother sang these songs at home while I was growing up. So for me, being a “Ladina” is simply part of my culture and heritage; it’s who I am.

The Ladino music is simply wonderful, especially your interpretation of it. Why is the Ladino culture threatened in its existence?

As there are only about 200,000 people remaining in the world who actually speak this language, it is a culture which is under threat. People my age no longer speak the language and I imagine that in a generation or two the language will be lost. This is why it’s so important for me to try to bring these songs to a global audience, in order to help preserve this beautiful heritage.

Do you consider yourself more a song composer or more a messenger of traditional ladino songs?

I am both. I love to write music any lyrics and I’m fortunate that people seem to react very positively to my songs. In my current tour I’ve been playing songs like Una Noche Mas and La Alegria which I’ve written and it’s always exciting to hear the warm reaction of the public. At the same time, I also feel I have a “mission” to bring those traditional songs to a wide audience and I’m happy that these arrangements of the Ladino songs is so well received.

You are becoming increasingly popular as an artist in the western world. How do the Ladino people see your success?

Wherever I go, there is usually someone who comes to me after the show who wants to talk to me about their Sephardi background and those moments are always special for me. Sometimes, though, my arrangements are quite different from the traditional way in which those songs were sung (often a capella) and certainly I’ve had reactions at home to my version of Noches in which I take a traditional Ladino song and put a flamenco rhythm to it. For the “purists”, perhaps that is a step too far. But for me, this is what art is all about; the experimentation and excitement of injecting new life through new influences!

To me your music is a mixture of Arab sounds and flamenco. One of the things flamenco music also offers is the exciting dancing part. What happened to that specific dancing part of flamenco, did it merge into the Ladino culture or did it get lost?

Flamenco dancing was never associated with Ladino. Early flamenco was about the music and rhythm, with dancing being introduced later. I only use the musical elements in order to keep the focus clearly on these Ladino songs.

Do you ever consider merging other sounds into your music by cooperating with other musicians from f.e. Africa or Latin America?

Yes, of course. Just as we’ve incorporated musicians and influences from Iran, Armenia, Turkey, Greece, Spain, Israel, Egypt, Chile and England on this latest album, so I would like to continue to bring diverse musicians together from as many different cultures as possible.

You operate from Israel, a problematic region. But your lyrics are about personal matters, there is no politics involved. Why not?

I am an artist, not a politician. So I express my feelings through songs. That is why it was so important for me to be able to record with my friend and great singer Natacha Atlas on this album. It is my desire that people may realise that it is only through collaboration, mutual respect, and appreciation that we may eventually find a way to bridge the political abyss of the Middle East.

Will the spreading of the Ladino culture always be your main thing or do you think you will make different kind of music in the future?

I don’t feel encumbered by my Ladino culture in any way. These songs have given me the opportunity to travel the world and spread knowledge about our rich culture. Along the way, I’ve been lucky enough to be able to work with very talented musicians and express that history through modern arrangements. I hope to continue to push those boundaries and explore different musical influences, even as Ladino will always remain at the core of who I am.

Gracias Yasmin for having this interview with me. Mucha suerte con tu carrera, espero que tengas mucho más éxito en el futuro.

Live verslag Yasmin Levy in Lantaarn/Venster, maart 2008 by Chenque

Live verslag Yasmin Levy @ NSJ, 2007 by Chenque

MySpace Yasmin Levy

16 april 2008

Stereogum: bron van (gratis) vertier

Als je je muziekcollectie op een leuke manier wilt verrijken en actueel wilt houden, dan kun je altijd gebruik maken van de gratis neerhaalbare mp3 collectie van de Stereogum site. Op de speciale mp3-pagina van deze grote indieblog vindt je deze maand bijvoorbeeld mp3-files van bekende bands als Radiohead of The Kooks en van gerenommeerde singer/songwriters zoals Joseph Arthur of Ryan Adams. Maar het meest interessant zijn toch wel de liedjes van nieuwe(re) acts, zoals The Muslims, The Dodos, Islands of "the band to watch" Dominique Leone. Deze bebaarde dikzak schotelt je met Duyen een fijne lied voor gevuld met rinkelende telefoons en andere gekheid.

Op de site is ook een heel archief aangelegd van alle mp3's die ooit zijn aangeboden. Start maar met schatgraven, er zit een hoop smaakvols tussen.

Stereogum MP3 Archive

13 april 2008

The Dø & Lidell rule Motel Mozaïque

Op het laatste moment heb ik afgelopen vrijdag nog een kaart gekocht voor Motel Mozaïque in de Rotterdamse binnenstad. Het was al weer jaren geleden dat ik neerstreek op dit bijzondere, jaarlijkse evenement met muziek, kunst en logies. Ik vond het altijd te druk en irriteerde me aan het feit dat je bij veel optredens simpelweg niet kon bijwonen vanwege de massa (waar ikzelf natuurlijk ook weer bijhoor). Wat mij dit keer over de streep haalde om toch te gaan dit keer was het sterke programma, vooral op de vrijdag.

Met namen als dEUS, Jamie Lidell, Alela Diane, Low, Guillemots, DeVotchKa, etc. trek je gegarandeerd publiek. Het is dan ook doodzonde dat je wel ruim 30 euro betaald voor een dagkaart, maar dat je het zien van het altijd opwindende dEUS op voorhand wel op je buik kan schrijven. Want bij dit concert in Off_Corso voorzag de organisatie op voorhand zoveel aanloop dat je om 4 uur 's middags alvast een polsbandje moest gaan halen om binnen te komen. Een kansloze operatie voor iemand zoals ik die gewoon werkt rond die tijd 's middags. Doodzonde, want je betaalt als bezoeker waarschijnlijk fors mee aan de komst van deze toch behoorlijk grote band en vervolgens heb je geen schijn van kans binnen te komen. Toch viel het mij dit jaar mee, want ik heb alle concerten in Lantaarn/Venster en de Schouwburg die ik wilde zien kunnen bijwonen (misschien omdat iedereen bij dEUS rondhing?). Alleen bij Rotown kwam ik twee maal niet verder van de bak met tortilla's, een bekend markeringspunt voor de vaste bezoekers en het bewijs dat je van het concert niets hebt meegekregen behalve vervormd geluid.

Helaas miste ik door de opstoppingen in Rotown ook de feestband DeVotchKa, die mij met hun laatste plaat A Mad And Faithfull Telling al geruime tijd verblijden. Het zag er dus weer niet zo fraai uit, als je twee van de bands waarvoor je komt niet kunt zien. Gelukig maakten de optredens van Jamie Lidell en The Dø het festival alleen al het bezoeken waard.

Jamie Lidell zorgde met zijn soulstem en dito show voor een dansfeest in de grote zaal van De Schouwburg. Met een retestrakke ritmesectie achter zich sprong deze Brit over het podium alsof zijn leven er van af hing. Misschien is voor de gemiddelde Motel Mozaïque bezoeker Mr. Lidell té mainstream of commercieel, maar voor al diegenen die buiten hokjes denken was zijn optreden een lust voor oog en oor.

Een andere verrassing: The Dø. De naam kwam me bekend voor, de muziek kende is niet. De middag voorafgaand aan het festival alvast even op MySpace beluisterd en direct toegevoegd aan concerten die ik wilde zien. Nog voor het optreden in Lantaarn/Venster hun debuut cd A Mouthful aangeschaft. Het duo The Dø maakt soms eenvoudige en soms ingewikkeld popdeuntjes, met het accent op de gitaar en stem. Laten die laatste twee nu verzorgd worden door Olivia B. Merilathi, een magere Finse met de stem van Kate Bush en de rock-attitude van Jack White. In haar huppeljurk wond ze mij gemakkelijk om haar iele vingertjes. Samen met de Fransman Dan Levy vormt zij The Dø. Ook Dan, op bas en toetsen, had zin in een feestje. Hij zweette als een otter, schopte tegen percussie-paaltjes en trok grimassen alsof hij spontaan persweëen kreeg. Die twee samen, aangevuld met een drummer, bezorgden mij een geslaagde avond. Want de rest van de acts die ik zag (Alela Diane, Jana Hunter, Guillemots) hielden mij nog geen vijftien minuten vast met hun optredens.

MySpace The Dø


Website Motel Mozaïque

10 april 2008

Enjoy Tom Hanson: Everything Takes Forever

Er zijn van die artiesten die al jaren meegaan, die wonderschone muziek maken en waar nog nooit iemand van gehoord heeft. Gelukkig is er het internet, vandaag de dag hét perfecte middel om muziek ter beschikking te stellen. Via MySpace-pagina's of via eigen artiestensites. En er zijn natuurlijk offline bladen als Heaven Magazine of online winkels als CDBaby om je te wijzen op die onbekende wereld.

Zo werd ik onlangs geattendeerd op Tom Hanson, een Amerikaanse singer/songwriter die zijn laatste album Everything Takes Forever gratis ter beschikking stelt op zijn website. De albumtitel suggereert haastige muziek, maar het tegendeel is het geval. Het is een hele dromerige plaat, sfeervol en behoorlijk donker. De stem van Tom brengt een warme gloed de huiskamer binnen en zijn gitaarspel is helder en verfijnd. Gewoon een schitterend album met hoogtepunten als You Are Why, Fade Me en The Back Door. Mijn advies: downloaden, op je gemak beluisteren en vervolgens aanschaffen via CDBaby. Overigens stelt men op CDBaby over Tom Hanson: "recommended if you like Nick Drake, Elliott Smith and Iron & Wine.

Tom Hanson via CDBaby

MySpace Tom Hanson

6 april 2008

Recensie: MGMT, dansen ná de apocalyps


Welkom in speeltuin van twee jongemannen die voornemens zijn de wereld eens mooi te gaan misleiden. Ze zouden zichzelf “The Colin Powells” kunnen noemen, naar de koning van de misleiding. Maar nee, ze kozen voor de naam MGMT. Een slimme naam, want deze bekende afkorting voor management levert ruim 15 miljoen hits op bij een zoekactie op het internet en valt op. Het suggereert ook een afkeer tegen de wereld van de kantoren vol krijtstrepen pakken, iets wat ze bevestigen door in het artwork van hun cd halfnaakt en bebloed de fik te steken in dollarbiljetten. Tegelijkertijd is de kans groot dat het juist diezelfde marketing managers, de vertegenwoordigers van het kapitalisme, zijn die het hele concept verzonnen en uitgewerkt hebben. MGMT is niet voor niets ondergebracht bij de reus Colombia Records. Het moge duidelijk zijn, in een wereld waarin niets meer is wat het lijkt, is MGMT niet wat het lijkt.

De wereld van MGMT is “fanciful, but with an undercurrent of doom”, iets wat goed naar voren komt in de afsluitende song Future Reflections, dat gaat over “premonitions of a post-apocalyptic future where colonies of young people live on the beach and lead savage yet refined primitive lifestyles and go surfing”. In de populaire single Time To Pretend is het refrein “This is our vision, to live fast and die young”. Doembeelden van jongemannen die zich zorgen maken over het broeikaseffect en allerlei ander onrecht en dan maar zoiets hebben van alles lekker nu verbrassen. Ach, wat maakt het allemaal uit, het gaat om de muziek en eerlijk is eerlijk, de debuutplaat Oracular Spectacular van MGMT is wél een lekkere plaat. Geen wereldschokkende plaat, gewoon een goede plaat.

Kitscherig en verslavend

De twee Amerikaanse neo-hippies Andrew Vanwyngarden en Ben Goldwasser, de mannen die sinds 2002 verschuilen achter de naam The Management en zichzelf nu dus MGMT noemen, zijn namelijk zeer bedreven in het smeden van verslavende popliedjes. De songs kenmerken zich door het aaneenrijgen van aanstekelijke riedeltjes met veel galm, pompende baslijnen en baden gevuld met synthesizergeluid. Dit alles leuken ze op met hoge stemmetjes en samenzang. Het geluid is sterk vervormd, alsof Jeff Lynne van ELO een paddo heeft opgepeuzeld en is gaan klussen aan enkele nieuwe songs. De klanken roepen ook herinneringen aan de kitschpop uit de jaren tachtig op.

Feit is dat het trucje bij het merendeel van de tien nummers op Oracular Spectacular werkt. Weekend Wars, The Handshake en Of Moons, Birds & Monsters zijn lekker uitgesponnen psychedelische nummers, met tempowisselingen en bij het laatste nummer een lange, ruige gitaarsolo. En misschien ken je de al eerder genoemde single Time To Pretend al, een langzame song met pianoriedel en fuzz-rock geluid die het goed doet in de alternatieve hitlijsten.

Zonsopgang

Toch zou het mij niet verbazen als MGMT het meest bekend gaat worden met de twee beste nummers van de plaat, Electric Feel en Kids. Beide zijn geheide hits en daarmee al genoeg reden voor een grote platenmaatschappij om op deze populaire trein mee te springen. Dikke kans dat je deze zomer op het strand de zon ziet opkomen bij de klanken van deze mannen. En als jij het bent die daar staat te dansen samen met de jongens van MGMT heb je misschien wel net de apocalyps overleeft.

Zie hier de video van Kids:



MySpace MGMT

4 april 2008

Feestmuziek voor gevorderden: Los Auténticos Decadentes

De Argentijnse band Los Auténticos Decadentes zal nooit groot worden in Europa, daarvoor is deze groep feestbeesten veel te Argentijns en te authentiek. Want om de muziek en de teksten van deze losgeslagen bende te begrijpen moet je je kunnen verplaatsen in dit vernederde volk. Daarnaast moet je de taal spreken om de teksten vol humor te kunnen doorgronden. Humor en ongegeneerd feesten, dát zijn de ijzersterke troeven van deze enige, echte "authentieke decadenten".

Toch is deze band voor iedere liefhebber van vrolijke dansmuziek een aanrader. De dertien mannen van het collectief, die al vanaf 1986 bij elkaar zijn en tot op heden 11 platen uitbrachten, maken namelijk een niet te versmaden mix van ska, rock en cumbia. Hiermee hebben ze in Argentinië (en ook Mexico) een grote aanhang verworven. Wie zich in het nachtleven van Buenos Aires begeeft hoort gegarandeerd één van hun grote hits voorbij komen, zoals Corazón, Loco (Tu Forma de Ser), Entrega El Marrón, La Guitarra of Vení Raquel.

Een goede en representatieve kennismaking met Los Auténticos Decadentes vormt de cd Club Atletico Decadente uit 2006. Met nummers als Somos, Algo Hay Que Comer en Me Tiro A La Basura gaat het dak er vast en zeker van af, kijk maar mee:



Club Atletico Decadente is helaas lastig verkrijgbaar. Amazon.com verkoopt bijvoorbeeld wel 20 Exitos originales, een soort greatest hits, voor nog geen 13$ en bij de resellers van Amazon heb je deze plaat als voor nog geen 9$. Sta jezelf dit kadootje toe, het is een goed begin van de zomer. Deze staat ook op de greatest hits collectie:



MySpace Los Auténticos Decadentes

1 april 2008

Kippenvel: Set The Fire To The 3rd Bar

Eén van de meest intense momenten van samenzang tussen twee artiesten zag ik vorig jaar bij Jools Holland. Ik moest er ineens aan denken toen ik op mijn pc weer het sterke nummer Set The Fire To The 3rd Bar voorbij hoorde komen.
Dit nummer, van de door de critici zo vaak onterecht verguisde band Snow Patrol, is de beste song van de succesplaat Eyes Open. De samenzang van zanger Gary Lightbody met gastvocaliste Martha Wainwright is perfect qua timing en "casting". Deze live versie vind ik schitterend en heb ik vele malen met kippenvel terug zitten kijken. Geen vals sentiment, maar pure emoties.
Kijk maar mee:



PS Vanaf deze week is er ook weer een nieuwe reeks van Jools Holland's Later With.... te zien op de BBC

30 maart 2008

The Music In My Head 2008

Eén van de leukere festivals die ik vorig jaar bezocht was het Haagse The Music In My Head (TMIMH). Veel goede (internationale) rockbands, enkele singer/songwriters en vooral een goede sfeer in het Paard van Troje.
Het voorlopige programma voor TMIMH 2008 (13 en 14 juni) is deze week bekend gemaakt. Helaas is tegelijkertijd aangekondigd dat dit de laatste editie zal zijn; het is financieel voor de organisatie niet meer mogelijk om, zonder subsidie, zo'n festival ieder jaar weer te houden. Doodzonde en een extra reden om dit jaar dus nog te gaan, zodat je later aan je kleinkinderen kunnen vertellen dat jij er ook bij was toen in 2008 in Den Haag.

Het lijkt weer een fijne mix van enkele hippe acts gecombineerd met enkele gearriveerde acts. Zo krijg je precies voorgeschoteld wat de liberalen in dit land al jaren verlangen: meer "blauw op straat". Want met de Tokyo Police Club én Joan As A Police Woman op één avond (de 14e) is deze professie sterk vertegenwoordigd.

Acts die al langer bezig zijn (maar daarom niet minder interessant) en tijdens TMIMH zullen optreden: Sineád O'Connor (solo), ex-Pavement voorman Stephen Malkmus met zijn begeleidingsband The Jicks, het Britse Supergrass die deze week hun zesde album Diamond Hoo Ha uitbrachten en het Duitse The Notwist. En er zullen nog meer acts bijkomen.

Zie hier het verslag dat ik vorig jaar met 8Weekly-collega Robin Haan maakte.

Website Paard van Troje

Foto Just Jack - TMIMH 2007 door Hugo van der Flier

27 maart 2008

Yasmin Levy betovert Rotterdams publiek


Yasmin Levy is "La reina del ladino", althans zo had ik haar al eerder beschreven op deze blog. En die titel blijft behouden, want de Israelische schone toonde zich gisteravond in Rotterdam wederom de ongekroonde koningin van de ladino muziek. De imposante zangeres, getooid in een strakke, lange zwarte jurk, verblijdde het enthousiaste publiek op een avond sentiment en melodramatiek. Want de muziek die de zangeres brengt is een mengeling van flamenco en Arabische muziek. De begeleidingsband van Yasmin bestaat dan ook uit muzikanten die vanuit alle windstreken lijken te zijn komen aanwaaien. De band bestaat uit de Spaanse gitarist Miguel Moreno die duidelijk geschoold is in de flamenco traditie, de Armeense fluittist Vardan Hovanissian , magiër op o.a. zurna en duduk, een Ghanese contrabassist en de Israelische percussionist, Ishay Amir (echtgenoot van Yasmin).

De ladino cultuur ontstaat nadat de Spaanse Joden tijdens de inquisitie Spanje moesten ontvluchten en zich verspreiden over de Balkan en het Midden Oosten. De taal van deze Sefardische Joden, het ladino, lijkt heel sterk op het Spaans. Zoals al eerder genoemd, heeft de ladino muziek Spaanse flamenco-invloeden, maar is ook de Arabische wereld terug te proeven in de warme klanken.

Yasmin Levy speelde gisteravond in een uitverkocht Lantaarn/Venster veel ladino traditionals die verloren dreigden te gaan en die zij via haar "missie" nieuw leven in probeert te blazen. Omdat haar ster rijzende is lijkt ze daar steeds beter en met steeds meer overtuiging in te slagen. Ze heeft een boodschap en dat spreekt mensen aan. Daarnaast is de muziek betoverend mooi, zoals ook al bleek op haar laatste album Mano Suave. Zo waren alle ingredienten aanwezig om deze maartse avond in de koude Maastad eens goed op te warmen met ladino klanken.

Vanaf het moment dat Yasmin het podium betrad tot aan haar vertrek heerste deze "reina" over het publiek dat haar op handen droeg. Haar uitleg van de oorsprong van de liederen en haar charme zorgden voor een prettige sfeer. De stem van Yasmin is zo krachtig en vol timbre dat je wel een ijskonijn moet zijn om niet voor haar te vallen. Ikzelf viel vorig jaar al in het katzwijm bij haar optreden op het Rotterdamse North Sea Jazz en ook gisteren heeft ze mij weer helemaal ingepakt. Voorlopig heeft niemand anders recht op de titel "la reina del ladino".

Yasmin Levy speelt op 30 maart a.s. nog in het Amsterdamse Bimhuis

Website Yasmin Levy

26 maart 2008

Binnenach 2008, singer/songwriter paradijs

Zet maar alvast in de agenda: op 29 april a.s. kun je tijdens de Haagse Binnenach weer genieten van een onvervalste portie goede muziek. Voor de zesde keer belooft de Binnenach een (h)eerlijk, relaxed avondje uit te worden. Onder het dak van het hofstedelijke Theater aan het Spui kun je genieten van een ruime keus aan internationale singer/songwriters en bands die een (semi)akoestische set geven.

Dit jaar onder meer The Posies (akoestisch), Dirtmusic, Hayward Williams, Fixkes (B), country-noir koning Johnny Dowd, het Haagse John Dear Mowing Club (ex-Smutfish), Andre Manuel & De Ketterse Fanfare en Grote Prijs-winnares Leine. Voor maar 17,50 euro ben je er ook bij.

Lees hier het Chenque verslag van de editie van 2007 om alvast in de stemming te komen. De foto van het schitterende live concert van Thomas Dybdahl is van vorig jaar.

Website Binnenach 2008

Foto Thomas Dybdahl, Binnenach 2007 door Hugo van der Flier

20 maart 2008

Interview with Philip Price (The Winterpills)


Zoals ik al eerder op mijn blog had gemeld is de plaat 13 Songs For Right Now van Philip Price één van mijn favoriete platen aller tijden in het singer/songwriters-genre. Philip was zo vriendelijk om medewerking te verlenen aan een interview over de totstandkoming van deze plaat (uit 2002), het werk met zijn huidige band The Winterpills en ex-band The Maggies en de toekomstplannen. Zie hier het resultaat van dit openhartig interview:

I love your lyrics a lot (and your music of course). Phrases like "talking to you is like ringing a bell" or "you hate your teeth but you like to smoke" make me laugh instantly. What do you consider yourself the Philip Price-style of writing lyrics?

I seem to have evolved a style of writing out of necessity because I cannot write the way my heroes write. Not to be too self-deprecating but songwriting to me seems a series of compromises between what I hear in my head and envision lyrically and how it arrives on the page. I haven't been able to make peace with it but feel it is good enough. All that aside, I suppose my writing begins confessional and ends up adhering to its own internal poetic logic, not all of it too pretty. In other words the confession gets written away.

I tend to get very inspired by other's writings and lyrics and want to emulate in some way but never really know how. Sometimes I just try to write a song as if by someone else. What I end up with becomes mine.

What are your favourite subjects to write about and why?

When I began writing, I only wanted to create dissonance with my words. Later, I began a form of somewhat clinical explorations of failed relationships and dissolution. Eventually I allowed a romanticism to slip in and found this was the most true way for me to write. So, internal conflicts and strifes, hopefully made universal. Narrators come and go, evaporate and re-appear like old friends.

On your MySpace page you highlight the quote "I don't want no more cold nickels", which seems to be related to your song Cold Nickels. Have you been dispappointed so many times?

No more than my share. But that song did come out of the experience of my father's death, along with many others from that period. That song is too complex even for me to figure out. It came out of the experience of watching him go through chemotherapy, which seemed to me like injecting cold poisonous metals into your body and how I could not bear to have him tell me any kind of goodbye.

You write on the cd `No musical instrument of any kind were used on this album`. A funny way of stating that you use only a guitar to play your songs. Ever thought of adding different instruments?

There's lots of instruments on the album. I put that there in order to be contrary. Not very funny, I admit.

You played in The Maggies and nowadays are part of The Winterpills. Isn´t it difficult to play in a band when you are also a solo performer? What do you prefer to do?

I completely prefer a band. In fact, I don't really do any solo performances these days. Winterpills is my full-time musical vehicle. Having a band is hard on logistical levels (touring, money, etc), but I always hear so many parts for my songs that whenever I do play solo, it seems far too undeveloped and anemic-sounding.

What are your thoughts about today´s music industry, I mean you are still an unsigned artist or not? And are you able to make a living out of your activities as an artist?

Winterpills are signed to a small label called Signature Sounds, which partners with Soft Alarm. It's a real label, not just a logo, and without them it would be very hard. I think labels still have great validity, but really only as independents - like your favorite tiny bookstore with a bookseller who loves books and knows them and can help you find your way through them. I have many views on the state of the industry but they are very boring.

I still have not found a way to make a living from music, though. For many years I was raising a family and could not tour extensively. Now I am on my own and touring much more than I ever did, and I'm very grateful for the opportunity, or having stuck to my guns long enough to see it come to this. There is no question that Winterpills has been the most successful, artistically and financially, than any other project I have been involved in. Which is not to say we make any money. Enough to keep the boat afloat, shall we say.

As far as I know you never toured in Europe? Any plans to show your face over here one day?

Yes. That's all I can say right now. We have signed with a UK publishing company that plans to bring us over sometime in 2008.

Is 2008 the year where we can expect the new Philip Price solo album, because it´s been a while ago?

No solo albums in the works. A new Winterpills album comes out in July. All my energies have been going towards that. Perhaps next year there will be some leftover songs for a solo album. There are enough songs for several solo albums, but its a matter of devoting the time and energy to doing it properly, which would mean taking a break from Winterpills, which I cannot do at this point.

Thanks for your answers and hopefully this free publicity will bring you some more sales over here, because to me it´s a mystery why your music never has been picked up by many more music lovers.

Thanks Chenque, maybe we'll sell a couple. Everything is very mysterious.

****************************************************************************
Let's do that! Werk van Philip Price is heel eenvoudig verkrijgbaar via de prima internetwinkel CdBaby. Let op er zijn wel twee Philip Price's te vinden op deze site, je moet deze hebben. Hier is overigens ook alles van zijn vorige band The Maggies te koop voor een schijntje. Hugo Vogel van altcountry.nl tipte mij Robot Stories van The Maggies, die ik nu in bestelling heb bij CdBaby.

MySpace Philip Price

Website The Winterpills

Foto Winterpills by Ana Price-Eckles

19 maart 2008

Living Colour & presidentsverkiezingen


Op mijn fiets luister ik vaak muziek en deze week kwam de debuutplaat van één van mijn favoriete bands uit de jaren negentig weer eens voorbij, Living Colour. Deze vier zwarte Amerikanen rockten er stevig op los in die tijd en hun platen werden steeds ruiger. Achteraf gezien is de eersteling Vivid uit 1988 nog wel de meest toegankelijke plaat van deze succesvolle band, die inmiddels ter ziele is.

Living Colour heeft zich altijd verzet tegen het racisme in de Amerikaanse maatschappij en de woede over onrecht en "westers" denken kwam op vele manieren to uiting in zowel de muziek als in de teksten. Daarom is dit misschien wel hét moment om nog eens stil te staan bij een rake tekst van deze band. Want met de Amerikaanse presidentsverkiezingen in aantocht en een reëele kans dat er voor het eerst in het bestaan van de Verenigde Staten een zwarte man als president kan worden gekozen, kan je je afvragen of de "Afro-American" van vandaag de dag de wereld nog steeds zo ervaart als Living Colour in 1988. In het funky en lekker ruige Which Way To America? voelt zanger Corey Glover zich in ieder geval een vreemdeling in eigen land:

I look at the T.V.
Your America's doing well
I look out the window
My America's catching hell

I just want to know which way do I go to get to your America?
I just want to know which way do I go to get to your America?

I change the channel
Your America's doing fine
I read the headlines
My America's doing time

I just want to know which way do I go to get to your America?
I just want to know which way do I go to get to your America?

Go west young, go west young man

Don't want to crossover
But how do I keep from going under?

Where is my picket fence?
My long, tall glass of lemonade?
Where is my VCR, my stereo, my T.V. show?

I look at the T.V.
I don't see your America
I look out the window
I don't see your America

I want to know how to get to your America
I want to know how to get to your America


Een scherpe tekst vol verontwaardiging. En ik vrees dat deze tekst nog steeds actueel is, ook voor andere achtergestelde groepen zoals de Latino's. Misschien een goede tekst voor de a.s. verkiezingscampagne van Obama, waarbij hij dan natuurlijk voor alle Amerikanen welvaart gaat brengen.

MySpace Living Colour

Video van één van de hits van Living Colour, het nummer Type:

16 maart 2008

Joe Henry, onbezorgd en gelukkig



Er pronkt in het lijstje met de cd's die ik de laatste tijd bovengemiddeld vaak draai wederom een gouden tip van muziekmaat Joost Festen: Civilians van de Amerikaan Joe Henry.

En ja, toegegeven, ook Chenque zit er soms compleet naast bij gesprekken met muziekfanaten, door een absoluut ter zake doende artiest als Joe Henry helemaal niet te kennen. Want eerlijk is eerlijk, ik had nog nooit van de man gehoord. Dit terwijl de man al vanaf 1986 actief is in de scène en tien soloplaten op zijn c.v. heeft staan. Een man die op Last FM ook nog eens wordt ingedeeld bij "similar artists" als Josh Ritter, John Hiatt, Ricky Lee Jones en Ry Cooder moet wel van enige betekenis zijn.

Civilians (2007) is als een weldadig, comfortabel bad. De songs zijn relaxed en in balans, voorzien van een rijk geluid zonder daarbij overdreven melodramatisch te worden. De stem van Joe is licht rauw, maar nergens druk, altijd plezierig voortkabbelend. Joe Henry is een positief denker of zoals hij het zelf zegt in zijn introductie tot de plaat: "I'm well aware that people tend not to prefer happiness as a posture when it comes to their singer/songwriters, but I've elected to be unconcerned". Wat niet wil zeggen dat de plaat sprankelt en huppelt, nee, Civilians is een "werkplaat". Je moet er voor gaan zitten en je laten meevoeren door de meeslepende verhalen van Joe Henry. Maar Civilians is overduidelijk het werk van een man die goed in zijn vel zit ("I've never been happier, in my life or in my work") en lekker vanuit zijn eigen oude huis in de buitenwijken van Los Angeles heeft kunnen broeden op dit project.

Medeverantwoordelijk voor het al eerder genoemde weldadige gevoel van Civilians is het ingetogen gitaarspel van Bill Frisell (zie hier een item over deze man op mijn blog). Ook bijzonder is de medewerking van levende legende Van Dyke Parks, terwijl een andere grootvader uit het singer/songwritergenre, Loudon Wainwright III, de achtergrondvocalen voor zijn rekening neemt.

MySpace Joe Henry

Joe Henry over zijn nieuwe album:

12 maart 2008

In A Cabin With..... Arthur Adam


Wat biedt het internet tóch veel mogelijkheden voor muzikanten om hun ding te doen en ruchtbaarheid te geven aan hun vaak ondergewaardeerde kunsten.

Neem het unieke project In A Cabin With van de Nederlander Maarten Besseling. Hij nodigt één of twee artiesten uit om in een hutje op de hei, ergens in Europa, liedjes te schrijven en deze ter plekke op te nemen. Diezelfde liedjes worden later in The Green Motel studio in Nederland door zijn hand bewerkt en van de opnames verschijnt een cd. Het artwork wordt daarbij gemaakt door een designer en fotograaf (als onderdeel van het vrijwilligersproject).

Op zich al bijzonder genoeg dit project, máár de complete albums zijn vervolgens ook nog eens kosteloos als mp3's te downloaden. En dit loont zeer de moeite waard, want het album dat ik van de mij onbekende Arthur Adams heb "neergehaald" is van een uiterst hoog niveau en kan zich meten met het werk van menig bekende singer/songwriter (denk aan een mix van Adem & Damien Rice). Dit alles opgenomen in een stuga in Zweden en dankzij het internet voor iedereen ter beschikking. Grijp deze kans en steun dit initiatief.

Album Arthur Adam (gratis download)

Website In A Cabin With

MySpace Arthur Adam

PS Op 22 maart a.s. in de Ekko-Utrecht een In A Cabin With-feestje, met optredens van o.a. Arthur Adam, Neonbelle en Chop Wood. Bij de ingang ontvang je een gratis cd.

11 maart 2008

Grenzeloos: Bill Frisell & The Intercontinentals


Bij het beluisteren van de plaat Civilians van Joe Henry (waarover meer in een ander item) viel mij direct het bijzondere gitaarspel op. Een beetje van dat lome, ingetogene getokkel, iets dat Marc Ribot en T-Bone Burnett ook laten horen op Raising Sand van Robert Plant & Alison Krauss. Waar kende ik dit geluid van? Het bleek van een goede bekende: de heer Bill Frisell, een 56-jarige Amerikaanse jazz/folk/country/noise-gitarist. Ooit in opleiding geweest bij Jim Hall, jarenlang sessiemuzikant voor het ECM-label en de laatste 20 jaar vooral actief in het uitdiepen van de (Amerikaanse) folk- en countrywereld.

Bill Frisell maakte in 2003 één van zijn mooiste platen samen met The Intercontinentals. Een groep muzikanten uit alle hoeken van de wereld: Sidiki Camara uit Mali (kalabas, djembé en congas), de Braziliaan Vinicius Cantuaria (o.a. elektrische en akoestische gitaar), de Griek Christos Govetas (o.a. ud en bouzouki) en oude getrouwen Greg Leisz (slide gitaar, pedal steel gitaar) en Jenny Scheinman op viool. Een grotendeels instrumentale plaat, vol sfeervolle muziek en al jaren een geheide topper als achtergrond bij een goed etentje met vrienden. Het opvallende aan deze plaat is dat je zo duidelijk kunt horen hoe intercontinentaal de hedendaagse muziek is. Zo is de Amerikaanse blues is heel goed hoorbaar op de door de Malinese gitarist Boubacar Traoré geschreven compositie Baba Drame. Overigens schreef Bill Frisell de openingstrack Boubacar als eerbetoon aan zijn Afrikaanse vriend.

MySpace Bill Frisell (hier is o.a. Baba Drame te horen)

7 maart 2008

Made In The Dark: Hot Chip deelt de lakens uit


Wordt muziek beter als je het licht uit doet? Een vreemde gedachtegang wellicht, maar je zou haast gaan denken dat het donker de band Hot Chip vleugels heeft gegeven. “We were made in the dark” zingen frontmannen Alexis Taylor en Joe Goddard op het derde studio-album van deze Londense electropopgroep, Made In The Dark. Een smulplaat van de eerste orde, (nog) beter dan hun voorganger en misschien wel een van de beste danceplaten van het jaar.

Het fijne aan Hot Chip is dat deze vijfmansband dansmuziek maakt die niet minutenlang nodig heeft om tot een climax te komen. De band komt direct terzake, zoals iedereen die Hot Chip’s doorbraakalbum The Warning in de platenkast heeft staan allang weet. Met de overheerlijke nummers Over And Over, Tchaparian, en Careful is deze plaat dan ook een “must have” voor de liefhebber van dansbare popmuziek.

Experimenteerdrift

Balanceerde Hot Chip op The Warning geregeld op het randje van kunst en kitsch (luister maar eens naar And I Was A Boy From School), op Made In The Dark is de band veel meer aan het experimenteren geslagen. Zo zijn de eerste twee nummers van het nieuwe album, Out At The Pictures en Shake A Fist, zó apart en sterk tegelijk dat deze songs nu al tot klassiekers binnen het genre mogen worden gerekend. Het eerste nummer vanwege de heftige beats en breaks, het hectische refrein en de lekkere gitaarriffs. Shake A Fist door de heerlijke, gelaagde Oosterse beat en de rare switch middenin het nummer, waar na twee minuten Todd Rundgren’s Intro voorbijkomt en een monsterachtige beat (met kraaiengeluiden) het nummer nog verder doet vervreemden. Ook het vierde nummer, Bendable Poseable, behoort tot de categorie “totale gekte”, maar die tóch retestrak en goed klinkt.

Geschuifel

Na het eerste gedeelte van de plaat, met ook nog het kitscherige, maar ijzersterke Ready For The Floor, neemt de band gas terug. Wat volgt is een razendknappe combinatie van popliedjes, discodreuntjes (speciale vermelding: Don’t Dance en knaller Hold On) en zelfs ballades. Zo staan er op Made In The Dark drie zoetgevooisde schuifelplaatjes (We’re Looking For A Lot Of Love, Made In The Dark, In The Privacy Of Our Love), die allen goed te pruimen zijn dankzij de prettige samenzang van Taylor en Goddard en de sfeervolle klanken die de songs omringen. De band komt er gewoon mee weg, iets wat respect verdient, want hoeveel dance-acts kunnen het zich veroorloven slijpmuziek te maken?

Hot Chip deelt de lakens uit in het landschap van de dance. Want er valt zoveel te beleven op Made In The Dark dat je stiekem zou wensen dat deze mannen voor altijd onder de lakens bleven zitten om nog meer van zulk soort platen af te leveren.


Beluister enkele nieuwe nummers van Made In The Dark via de MySpace-page van Hot Chip