Posts tonen met het label muziek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label muziek. Alle posts tonen

20 juni 2008

Nuff Said, (h)erkenning?

Een ieder met een forse collectie platen/cd's zal het fenomeen van de "bijna vergeten klassieker" herkennen. Oftewel, je stuurt je ogen langs de platenkast en denkt ineens: "ja, die plaat die ga ik weer eens opzetten want die is werelds maar ik draai hem nooit meer". Schreef ik onlangs al over mijn hernieuwde belangstelling voor The Pixies (die ik ooit een fantastisch concert zag geven in het klassieke Vredenburg), nu heb ik weer een plaat uit de kast geplukt waarover ik me keer op keer verbaas. Verbazing omdat ik me niet kan voorstellen dat deze band totaal onbekend (en dus helaas onbemind) is in de nationale muziekwereld.
5.541 plays op LastFM op het moment van schrijven, wel erg weinig erkenning voor een band die al ruim tien jaar aan de weg timmert en in 2006 nog de KinkFM LiveXS-Award in de wacht sleepte voor de Neerlands beste live act.

Ik heb het over het Zeeuwse trio Nuff Said, waarvan ik hun debuutplaat Red (1998) écht beschouw als een vergeten klassieker. Wat een wereldplaat, met strak spel, scherpe liedjes en hele ruige klanken. De band klinkt eigenlijk als een stonerrock- of metalband die melodieuze popliedjes maken. Openers Time en New Cake alleen al moeten direct doorgepassed worden naar de eregalerij van de Nederrock en wel direct! Sowieso is het niveau van de hele plaat constant hoog en staan er met Sheets and Shades en Great Big Duck nog twee onvergetelijke liedjes op dit schijfje. Tijd voor gerechtigheid en (h)erkenning, muziekvrienden!

MySpace Nuff Said

15 juni 2008

Knisperpop uit Oslo: Jim Stärk

Dat Noren pure popliedjes kunnen schrijven weten we al langer sinds o.a. Thomas Dybdahl (solo en met zijn The National Bank) en Ane Brun de Lage Landen onveilig maken.

Een band die internationaal nog niet veel aandacht heeft gekregen is het trio van Jim Stärk uit de Noorse hoofdstad. Genoemd naar het door James Dean vertolkte karakter Jim Stärk uit de film Rebel Without A Cause, timmeren deze mannen in eigen land al flink aan de weg. In 2004 breken ze door met de prettige EP Morning Songs, waarvan ook de lokale hit Morning Song afkomstig is. Na die EP verschijnen er op het label Sweet Recordings de afgelopen jaren nog drie platen van Einar Stokke Fadnes (vocals, gitaar, piano), Inge Sørbrøden (bass) en Tom Rudi Torjussen (drums).

Jim Stärk blinkt uit in verfijnde popliedjes. De combinatie van lichte blanke soul met strakke melodielijnen maakt de band onversmadelijk.

Luister zelf maar zou ik zeggen:


MySpace Jim Stärk

13 juni 2008

Rotterdamse nieuwe: AC Berkheimer

In de categorie "interessante bands van eigen bodem" schreef ik gisteren over The Kevin Costners, nu even uw aandacht voor een band die hun debuutalbum In A Series Of Long Days dit weekend in het Rotterdamse Rotown presenteren: AC Berkheimer. Dit gezelschap uit de Maasstad debuteert op het Groningse Subroutine-label, waarop al eerder geslaagde platen van o.a. F*ck The Writer en The Sugarettes verschenen.

De songs van AC Berkheimer kenmerken zich door noisy gitaarlagen, new wave-achtige basloopjes en dito drums. Toch klinken de nummers tegelijkertijd fris en fruitig. Waarschijnlijk door de hoge, hese stem van gitariste Gwendolien (die soms ook de lead vocals voor haar rekening neemt). Mooiste nummer, te horen op hun MySpace pagina, vind ik Another Century.

Mocht je zondag 15 juni niet bij de cd-presentatie in Rotown kunnen zijn, dan krijg je een herkansing de band live te zien op het Metropolis Festival
(6 juli a.s.).

MySpace AC Berkheimer

PS Op de website van Subroutine is deze maand gratis de track For He's Not There van AC Berkheimer te downloaden

12 juni 2008

The Kevin Costners, nieuwe 3FM lievelingen?

Je bandje noemen naar een acteur die ooit geroemd werd om zijn mooie rollen en die nu al jaren aan artistiek verval onderhevig is, lijkt een hachelijke onderneming. Aan de andere kant is het wél een manier om op te vallen met je muziek.
Hoe dan ook, de winnaars van de Grote Prijs van 2006, The Kevin Costners, kwamen recent op de proppen met hun debuutalbum Come On In op Excelsior Recordings. Een logische keus van de platenbazen van dit Utrechtse label, want het bandje past prima binnen het rijtje van frisse gitaarbandjes wat daar al eerder hun kunstjes mochten vertonen.

The Kevin Costners brengen je een forse dosis aan vrolijke popliedjes. Zo is Lack Of Sun een heerlijk spring-in't-veld-liedje en bewijst de band met Too Hard Won ook een puike rocksong neer te kunnen zetten. Hoekige riffs verpakken in goed-in-het-gehoor-liggende-liedjes, dát is waar het tegenwoordig in de indiescène om draait en dát is precies waar deze jongens meesters in zijn. Prettige bijkomstigheid, het zijn ook nog eens "Ollanders", dus we mogen best een beetje trots op deze mannen zijn.

PS In verband met de huidige voorspellingenkoorts rond het voetbal doe ik een voorspelling rond de populariteit van The Kevin Costners: deze mannen zouden na Voicst best eens de nieuwe 3FM-lievelingen kunnen worden.

MySpace Kevin Costners

Live concert op Fabchannel

6 juni 2008

Een ster in Zuid-Amerika: Gustavo Cerati

Vooruit, ik ben in een goede bui en ben dus niet te beroerd om één van mijn grootste geheimen te onthullen: de Argentijnse singer/songwriter Gustavo Cerati. Sinds ik voor het eerst in Argentinië kwam in 1999 ben ik verknocht geraakt aan deze beroemdheid (althans in Zuid-Amerika). Hij wordt volop geroemd om zijn veelzijdige carrière en heeft een sterke discografie opgebouwd.

De "porteño" Cerati is al vanaf 1991 actief in de Argentijnse muziekscène, allereerst binnen de in Latijns-Amerika bekende pop/rockband Soda Stereo (samen met Charly Alberti en Zeta Bosio), waarmee hij twee albums maakte. Vanaf 1999, toen hij voor zichzelf begon, heeft hij drie gevarieerde platen opgenomen. De prachtige plaat Bocanada uit 1999, zijn debuut als solo-artiest, is om melancholische redenen mijn persoonlijke favoriet. Een plaat met een hoofdrol voor zweverige, meanderende popliedjes die rollebollen over een laagje van electronica en gitaren.

Siempre Es Hoy uit 2002 is veel meer een electro-plaat en blijkt na vele draaibeurten helemaal niet onder te doen voor het debuut. Zijn Ahí Vamos (2006) is een pure, rauwe rockplaat die al het prutswerk van Lenny Kravitz van de laatste jaren snel doet vergeten; op deze plaat komt ook het feit dat Cerati een topgitarist is goed naar voren.

Je kunt Gustavo Cerati ook horen op platen van anderen. Het meest beroemd zijn de duetten Día Especial en No die hij met Shakira zong op haar doorbraakplaten Fijación Oral (vol. 1 + 2).

Om een indruk te krijgen van zijn werk hier enkele video's van Gustavo Cerati:

Cosas Imposibles, van het album Siempre Es Hoy


Het strak rockende La Excepción van Ahí Vamos


& Tabu van zijn debuutalbum Bocanada


MySpace Gustavo Cerati

3 juni 2008

Pinkpop 2008, teveel vergane glorie

"En wat vond je van Pinkpop dit jaar?" wordt er steevast in mijn vriendenkring gevraagd nadat het jaarlijkse Zuid-Limburgse festival weer is afgelopen. Vooropgesteld: ik ga er al jaren niet meer naar toe, maar volg het festival wel op televisie. Waren dat in het verleden hele tweede Pinksterdagen rondhangend op de bank, tegenwoordig is dat af en toe iets meepikken en de lange uitzending opnemen om achteraf te bekijken.

Wat mij in ieder geval steeds vaker opvalt is dat je in de rockscène blijkbaar niet meer meedoet zonder je lijf vol te tatoëren. En dacht ik even dat Josh Homme eindelijk iemand zou zijn zonder tattoos blijkt ook hij van die lelijke dingen op zijn knokkels te hebben staan. Ik vraag me dat dan echt af hoe dat gaat... zo van, "ik zit in een band, iedereen heeft tattoos, weet je ik laat er ook maar een paar zetten anders hoor ik er niet meer bij". Jezus, volwassen mannen! Jammer, ik houd altijd wel van wat tegendraadsheid, in het leven én in de muziek. Nu zegt het hebben van tatoeages natuurlijk niets over de kwaliteit van de muziek. Ik moet zeggen dat ik vooral Queens of the Stone Age retestrak vond klinken, de rest van stevige participanten konden mij weinig boeien. Grappig dat zo'n band als Kaiser Chiefs ineens wel érg melodieus overkomt na brei aan decibellen van Cavalera Conspiracy en Metallica.

Zoals Giel Beelen terecht opmerkte kwam de dance liefhebber er bekaaid van af dit jaar en misschien was dat nu juist wel de reden dat ik het meest gecharmeerd raakte door de optredens van Miss Moloko, Roisin Murphy en de mannen van Groove Armada. Voor de rest blijft een onbestemd gevoel hangen. Pinkpop is best aardig als je allerlei grote acts tegelijkertijd in een weekend wilt zien, maar het verrassingseffect is wel erg ver te zoeken. Om het programma vol te krijgen worden dus maar allerhande "op-leven-na-dood-acts" uit de kast gehaald waar niemand op zit te wachten: Rage Against The Machine, Counting Crows, Alanis Morissette, The Verve, etc. Het ontbrak er nog maar weinig aan of Lenny Kravitz en Faithless kwamen ook nog een keer hun uitgebluste show opvoeren. Nee, blijkbaar is Pinkpop niet meer aan mij besteed en erger ik me steeds meer aan deze optocht van vergane glorie.

31 mei 2008

Tom Baxter, Jeff's opvolger?

Voor de goed oplettende muziekliefhebber kan deze post nauwelijks als een verrassing komen, maar omdat ik pas sinds kort de volle kracht van de Engelsman Tom Baxter ben gaan waarderen wil ik toch nog even aandacht schenken aan dit fenomeen. Het gebeurt jou vast ook wel eens dat iemand je wijst op een artiest en dat je zelf zo druk bent met allemaal andere muziekdingen, dat je denkt "komt nog wel eens als ik wat meer aandacht aan dit plaatje kan besteden".

Dit overkwam mij deze week dus met Mr. Baxter, want zijn tweede plaatd Skybound staat hier al langere tijd te wachten op een eerste, serieuzere draaibeurt. Pas nú kom ik er achter dat deze artiest wel eens de eerste waardige opvolger van Jeff Buckley zou kunnen zijn. Althans, ik beluister een vergelijkbare onderhuidse spanning in zijn liedjes en zijn zeggingskracht en melodramatiek zijn simpelweg overweldigend. En het mooie is: hij doet niet eens zijn best de opvolger te willen zijn, deze man is gewoon zichzelf. Luister maar eens geconcentreerd naar Half A Man en je begrijpt hopelijk wat ik bedoel.

Bovendien zijn Tom Baxter's composities heel fraai opgebouwd, met prachtig gitaarspel en rijke orkestratie. In één van de hoogtepunten Icarus Wings zit een verrassend flamenco-achtig stuk. Mijn devies: laat je meeslepen door deze plaat, het is de moeite meer dan waard.

MySpace Tom Baxter

26 mei 2008

Spring-in-'t-veld-liedje van Herman Düne

Als je interesse voor muziek bovenmatig is en je veel tijd doorbrengt op het wereldwijdeweb dan is de kans groot dat je op dingen stuit waar je anders nooit mee in aanraking was gekomen. Zo kwam ik volgens mij via een LastFM-vriend op het bijzondere gezelschap Herman Düne die zichzelf met het spring-in-'t-veld-liedje I Wish That I Could See You Soon zó opvallend in je gehoor wurmen, dat het deuntje daar vervolgens dagenlang blijft doorechoën. En waar ik eerst dacht dat deze Herman, met zijn onaantrekkelijke naam, een éénmansact was bleek bij enig research al snel dat het hier een bandje betreft uit Frankrijk dat sinds 1999 bestaat en reeds vijf platen op haar naam heeft staan.
Ze hebben zich nooit echt in de kijker gespeeld, maar het nummer I Wish That I Could See You Soon werd vorig jaar door de Rolling Stone hoog aangeslagen en kreeg de 89e notering in de lijst met 100 beste songs van 2007. Het is inderdaad een verslavend popliedje met een fijn koortje, een hypnotizerend trompetje en een vrolijke clip:



MySpace Herman Düne

23 mei 2008

Bijzonder "Virus Free Generation" album

Het Virus Free Generation-project richt zich op het uitbannen van HIV & AIDS in zuidelijk Afrika en wil hiervoor zoveel mogelijk aandacht onder de Europese jeugd. Om het initiatief te ondersteunen is een project gestart om een cd op te nemen waarbij hiphop artiesten uit 4 verschillende Europese landen samenwerken met hiphoppers uit 4verschillende Afrikaanse landen. De teksten gaan o.a. over het verslaan van HIV & Aids en de rol die de jeugd hier bij kan spelen. Het resultaat van deze bijzondere samenwerking is nu, na het tekenen van een petitie, gratis te downloaden via deze link

Het uitbrengen van deze cd is meteen een goede gelegenheid om aandacht te vragen voor het a.s. Dunya festival dit weekend (zondag 25 mei). De hiphoppers van het VFG-project zullen hier optreden naast vele anderen waaronder de Rotterdamse parel Ntjamrosie, de Kaapverdiaanse ster-in-wording Tcheka en de Mauritaanse Afropop-artiest Daby Touré.

Virus Free Generation Hiphop Tour

22 mei 2008

Jason Mraz & het "Jack Johnson-syndroom"

Er zijn legio Amerikaanse singer/songwriters die in eigen land écht groot zijn en stadions uitverkopen, maar die hier maar geen voet aan de grond krijgen. Ooit van deze mannen gehoord: Matt Nathanson, Brett Dennen of Jason Mraz? They belong to a major league over there en ze maken ook goede popmuziek.

Jason Mraz heeft al jaren mijn bijzondere aandacht omdat hij enkele hele fijne, funky platen heeft gemaakt waaronder Waiting For My Rocket To Come (2002) en zijn perfecte live album Tonight, Not Again (2004). Ook op zijn "first ever performance at a jazz festival" gedurende North Sea Jazz vorig jaar toonde Mraz zich een rasperformer die zijn gitaar optimaal gebruikte om een swingende set neer te zetten.
En nu is er dan zijn meest verse schijf: We Sing. We Dance. We Steal Things. Helaas heeft Jason Mraz hier een wel heel opvallende knieval naar het grote publiek gemaakt. Het openingsnummer Make It Mine doet al het ergste vermoeden voor de rest van de plaat. Het zal mij niets verbazen als ook Jason Mraz artistiek ten onder zal gaan aan het "Jack Johnson"-syndroom, waarvan de definitie luidt: heeft óóit goede muziek gemaakt en voert nu nietszeggende deuntjes die het vooral goed doen op Sky Radio en Q-Music.

Hier nog een staaltje Jason Mraz in betere tijden:

21 mei 2008

Fanfarlo: Bowie's uitglijder?

Soms laat je je op het verkeerde been zetten door enthousiaste persberichten of nog gevaarlijker, quotes van bekende artiesten. Want als je het volgende leest, opgetekend uit de mond van David Bowie, dan denk je toch op zijn minst met dé verrassing van dit jaar te maken te hebben: "I've heard four or five of Fanfarlo's songs now, and, like a few of my other favourites, they have that particular knack of being able to create uplifting music that's blessed with a delicious melancholia at the same time. [...] I'm sure you'll be hearing a lot more of Fanfarlo".

Goed, het gaat dus over Fanfarlo, een Londense band die op 14 juni op het altijd fijne festival The Music In My Head staan. Zo'n uitnodigende oproep van een alom gerespecteerde rockster is natuurlijk een goede publiciteit voor deze onbekende band. Het maakt direct nieuwsgierig, maar legt tegelijkertijd de lat hoog.
De vraag is, werkt dit wel, een band op zo'n manier lanceren? Want ik heb Fanfarlo inmiddels enkele malen beluisterd en het kan mij (nog) niet bekoren. Het is een rip-off van DeVotchKa, alleen dan stukken minder spannend. Misschien had ik de band wel op een andere manier beoordeeld als ik de verkooppraat van Bowie niet gelezen had?

Website Fanfarlo
MySpace Fanfarlo

Verslag door Chenque van The Music In My Head 2007

19 mei 2008

Bon Iver: rauwe klanken uit de bossen

Het werkte al eerder bij Arthur Adam, jezelf opsluiten in een houten huisje, diep verstopt in de naaldbossen en iets wonderschoons creëren. Hetzelfde deed de Amerikaan Justin Vernon, hij raakte geinspireerd door de wouden van Wisconsin en nam er het debuutalbum For Emma, Forever Ago op onder de artiestennaam Bon Iver. Volgens de website Metacritic de best bekritiseerde plaat tot nu toe in 2008. Ikzelf ben nog niet helemaal overtuigd na het beluisteren van de nummers op zijn MySpace-pagina en na het zien van zijn live performance bij Jools vorige week. Wat ik wél zag was bezieling en gedrevenheid, het klonk alleen allemaal een beetje over de top en erg rauw. De tijd zal het leren, in ieder geval kun je de man deze week nog aan het werk zien in het Haagse Paard (22 mei), in Roepaen te Ottersum (23 mei) en Paradiso (24 mei). Van dat laatste concert zal dan wel weer iets te zien zijn op Fabchannel mogen we hopen.

MySpace Bon Iver

Bon Iver speelt Flume bij Jools:

14 mei 2008

Vooruitblikkend op North Sea Jazz 2008

Het is natuurlijk niet helemaal correct om te zeggen dat je het aanbod op het komende North Sea Jazz festival vindt tegenvallen als er in drie dagen ruim 150 acts worden voorgeschoteld. Toch mis ik dit jaar op voorhand de ruime keus aan wereldmuziek die er vorig jaar te genieten viel. In de 2008 editie wél veel latin jazz (o.a. Sergio Mendes, Neco Novellas en het Michel Camilo Trio), maar de Afrikaanse muziek komt er bekaaid van af met alleen optredens van Angelique Kidjo en Youssou N'Dour.
De revival van de soul zou met de komst van Adèle een zeer goede representante en publiekstrekker hebben gekend, ware het niet dat deze Britse helaas verstek moet laten gaan. Een teleurstelling voor de organisatie, want jammer genoeg liet Amy Winehouse het vorig jaar ook al afweten. Adèle geeft het stokje over aan o.a. Angie Stone, Jill Scott en Sharon Jones & The Dap Kings.

Andere NSJ tips van de hand van Chenque: Concha Buika (moderne flamenco), Fink (singer/songwriter), Gnarls Barkley, Joe Jackson, C-Mon & Kypski (dance), Bootsie Collins (funk), Melody Gardot (pop), Leine (Nederlandse singer/songwriter) en de meeste vreemde eend in de bijt: The Mars Volta.

Tot 11,12 en 13 juli in Rotterdam!

Concertverslag Chenque North Sea Jazz 2007

11 mei 2008

Liam Finn drumt als Animal

Ik vond de laatste paar uitzendingen van Jools Holland's programma Later.... op de BBC2 een beetje tegenvallen. Normaliter kom ik hier geregeld verrassende, nieuwe acts tegen, maar de uitzending van afgelopen vrijdag bevatte bijvoorbeeld geen enkele ear-opener (of het moet de fantastische samenwerking tussen Robert Plant en Alison Krauss zijn geweest, maar dat is niets nieuws onder de zon).
Vorige week was ik wél gecharmeerd van Liam Finn, de oudste zoon van Neil Finn, je weet wel die iele voorman van Split Enz en Crowded House. Liam is een jongen van pas 24 lentes jong en heeft het songwritersbloed van zijn paps meegekregen. Bij Jools voerde hij samen met Second Chance, van zijn plaat hier onderbelichte plaat I'll Be Lightning uit 2007.
Live werkt hij vaak samen met de zangeres Eliza-Jane Barnes (ook weer dochter van de bekende Australische artiest Jimmy Barnes).

Anyway, het nummer Second Chance had live bij Jools een lekker tempo en een strakke, repeterende riff. Na enig gepiel met opgenomen loops verdwijnt Liam van de gitaar achter de drumkit en ontaarde zijn optreden in een drumorgie waar Animal jaloers op zou zijn geweest. Een opvallende verschijning, deze Liam Finn.

Zie hier het optreden van Liam Finn bij Jools:

9 mei 2008

Recensie DeVotchKa - A Mad & Faithful Telling

Stel jezelf een doldwaze achtervolgingsscène op het Roemeense platteland voor, met oude, verroeste auto's, ezelskarren en dwarrelende kippenveren.
Of verplaats je naar een Siciliaans dorpje waar je midden in een huilende en rouwende menigte terechtkomt en een zestal in het zwart geklede maffiosi een houten kist ziet dragen. De achtergrondmuziek die bij deze beelden hoort, zou DeVotchKa zomaar uit de hoed kunnen toveren.
Al eerder maakte deze band filmmuziek voor de soundtrack van de film Little Miss Sunshine, maar met hun nieuwe plaat A Mad & Faithful Telling lijken ze zich rechtstreeks te wenden tot de meester van de Balkan-road movie, Emir Kusturica (o.a. Black Cat, White Cat en Life is a Miracle), in de hoop zijn nieuwste film van een soundtrack te mogen voorzien.

De bandnaam DeVotchKa is gekozen uit het Nadsat, een Engels-Russische taal die is verzonnen door schrijver Anthony Burgess en die wordt gebruikt in het wereldberoemde boek A Clockwork Orange. Het betekent 'jong meisje', en klinkt in ieder geval redelijk exotisch voor een band bestaande uit een viertal Amerikanen (drie mannen en een vrouw) uit Denver, Colorado. Sinds hun debuutplaat Melodrama (2000) staan ze bekend om het maken van een eigenzinnige mix van folkloristische klanken en popmuziek. Met het huidige succes van de Balkanmuziek lijkt de tijd rijp voor een doorbraak van DeVotchKa en is de timing van de release van A Mad & Faithful Telling perfect.

Het verademende van DeVotchKa is dat ze zich niet laten beperken door het gebruik van het standaardinstrumentarium uit de pop/rockwereld. Het lijkt wel of de bandleden op een goede dag hebben besloten een hele muziekwinkel leeg te kopen en alle instrumenten te gaan bespelen. Zo speelt zanger Nick Urata bijvoorbeeld bouzouki, piano, trompet, gitaar en de elektronische theremin. Andere bandleden bespelen de viool, accordeon of sousafoon en het is dít avontuurlijke aspect dat DeVotchKa tot een band maakt die de energie uitstraalt van het leven zelf. Soms opgetogen en vrolijk, soms triest, soms melodramatisch, soms bombastisch: alle stemmingen komen terug in hun achtbaanmuziek.

Het is dan ook niet zo vreemd dat je bij het beluisteren van A Mad & Faithful Telling heel veel referenties van andere bands te binnen schieten. Maar het zijn allemaal flarden herinneringen. Zo hoor je bij de eerste klanken van het heerlijke openingsnummer Basso Profundo tien seconden Doe Maar, tien seconden David Byrne (Talking Heads), vervolgens het archetypische zigeunerorkest en zo verder. Het wonderschone A Clockwise Witness doet soms denken aan Arcade Fire, met de meeslepende zang van Urata en het gebruik van de viool in een kamerorkestsetting. Een ander prachtig nummer is Head Honcho, lekker up-tempo, gecombineerd met accordeon en sfeervolle samenzang. Hier hoor je zelfs het gebruik van de Spaanse taal voorbijkomen, net als in Basso Profundo. Het is een wervelende mengeling van stijlen en sferen.

Echter, de achtbaan lijkt in de tweede helft van de korte plaat alleen nog maar langzaam omhoog te kruipen en het is wachten op een snelle afdaling die er niet meer komt. Dat is jammer, want DeVotchKa verrijkt de hedendaagse muziekwereld met enkele bijzonder originele liedjes, het zijn er alleen te weinig om een volle plaat te blijven boeien. Laten we hopen dat DeVotchKa over vijf jaar niet wordt beschouwd als "dat trendy bandje dat in 2008 nog een hele leuke plaat heeft gemaakt".

MySpace DeVotchKa

7 mei 2008

A trip to memory lane: Death to The Pixies

Het gebeurt me niet zo vaak, dat ik helemaal word gegrepen door een bandje dat al lang geleden ter ziele is gegaan. Maar ik heb plotseling een zwak voor The Pixies. Toen de band nog actief was liep ik niet zo warm voor de band rond zanger/gitarist Frank Black en bassiste Kim Deal. Okay, ik heb ze wel eens live mogen aanschouwen in Vredenburg en vond het wel een aardige band. En nu, anno 2008, ineens heb ik de kolder en ben ik in de ban van die ene verzamelaar met hun beste werk: Death To The Pixies uit 1997. De moddervette basloopjes, de krijsende uithalen van Mr. Black, de riffs, samenzang, de hese stem van Sra. Deal, de rare teksten, de songtitels (Debaser, Caribou, Monkey Gone To Heaven), de ongecontroleerde controle in de songs.... ik weet niet wat me plotseling bezielt, het is gewoon fijn om onder te dompelen in zo'n bad met jaren negentig nostalgie. Dat de band in 2004 weer bij elkaar is gekomen voor een onvermijdelijke reunie-tour vergeet ik daarbij gemakshalve, voor mij hield de band op te bestaan in 1993 en zijn The Pixies "volmaakt verleden tijd".

Hier een live opname uit 1988 van Gigantic:

5 mei 2008

Free Life: Dan Wilson @ his best

Op American Recordings, het label van producer Rick Rubin, zijn al veel goede en bijzondere platen verschenen. Denk aan het werk van The Black Crowes en System Of A Down, maar ook de laatste wapenfeiten van wijlen Johnny Cash. Het lijkt wel of Rubin een neus heeft voor authenticiteit en bovenal kwaliteit. Want de plaat Free Life van singer/songwriter Dan Wilson, die zojuist is verschenen op zijn label, raakt dichtbij iets wat de pophemel moet zijn. Dertien kristalheldere popliedjes, geschreven door de Amerikaan Dan Wilson die hiermee zijn eerste soloplaat aan ons blootstelt. Je kent Dan misschien nog als voorman van de redelijk succesvolle band Semisonic en in een nog verder verleden van Trip Shakespeare. En dat de man liedjes kan schrijven weten The Dixie Chicks ook al langer, want het nummer Not Ready To Make Nice wat hij voor hun schreef leverde hun in 2007 een Grammy op voor "Song Of The Year".

Anyway, Free Life van Dan Wilson barst uit elkaar van de prachtsongs en dat moet ik gewoon even gedeeld worden met de wereld. Dan's stem is helder en soms ietwat lijzig, zijn songs zijn puur en gevarieerd. Nergens vliegt Free Life uit de bocht, het blijft uiterst beheerst met een strakke begeleidingsband, waarbij veelvuldig gebruik van strijkorkesten de songs op een nog hoger plan tillen. Soms schuurt Dan tegen het ruige aan (de gitaarsolo op Cry bijvoorbeeld) om dan vervolgens weer terug te keren naar de basis. Razend knap, om een album te maken dat ongeforceerd over komt, terwijl de liedjes toch in een strak keurslijf zitten. Wat overblijft is Dan's hamvraag: "What your gonna spend your free life on?"

Website Dan Wilson (waarop je alle songs kunt beluisteren)

Video van en door Dan Wilson over het opnameproces van zijn album Free Life

1 mei 2008

Continu veranderend muzikaal landschap

Iedereen ziet om zich heen het muzikale landschap veranderen, dankzij het internet. Artiesten worden gemicrofinancierd (Calabash Music), bands zetten hele albums gratis online nog vóórdat het album verschijnt op cd (Radiohead), duo's zetten albums achterstevoren gratis online (Gnarls Barkley), elke artiest kan zijn muziek laten horen en exclusieve luistersessies organiseren op MySpace, etcetera.

Vandaag werd ik geconfronteerd in mijn mailbox met een voor mij nog nieuwe variant: een artiest die mij als fan en als aanwezige op zijn eigen mailinglist, via de mail vraagt om te helpen bij de financiering van zijn nieuwe studioalbum. Het gaat om de Amerikaanse singer/songwriter Richard Shindell, die enkele prachtige platen op zijn naam heeft staan (o.a. Vuelta), en die gewoon eerlijk toegeeft zijn werk zonder deze voorfinanciering niet te kunnen doen. Eigenlijk kan hij het zelf het beste uitleggen: In a nutshell, what the internet taketh away, the internet giveth back. Gone are the days of all-powerful record labels capable of handing out large recording budgets. While this might be unsettling to some, I think it's just great. Folks like me are now in the happy position of being able to appeal directly to our fans to take up the slack.

Dit allemaal onder de kop Finance My New Record!. Natuurlijk is elke rechtgeaarde fan nieuwsgierig naar dit nieuwe album dat rond de jaarwisseling moet verschijnen, dus ik heb er geen enkele moeite mee Mr. Shindell $20 vooruit te betalen om vervolgens een exclusieve, getekende versie (+ bonus cd) van zijn nieuwe werk thuis te mogen ontvangen. Bedrijven als PayPal maken het voor Richard Shindell eenvoudig om zelf zijn eigen winkel te beginnen en de betaling te regelen. Maar wát een omgedraaide wereld! Hier is de productie- en distributieketen van de muziekindustrie helemaal omgegooid. Eigenlijk worden vooral artiest en fan er beter van, in plaats van fabrikant en retailer. Dat laatste gaat mij wel aan het hart, want de offline platenzaak moet blijven voortbestaan........

Richard Shindell's Finance My New Record!

PS Oh ja, er gaat ook nog een gedeelte van de opbrengst (15%) naar een goed doel, het Argentijnse Crecer Con Amor kinderopvangcentrum.

Foto Richard Shindell: Marinko Matura

29 april 2008

Microfinanciering in de wereldmuziek

Tune Your World heet het bijzondere initiatief van Calabash Music. Hierbij biedt de fair trade website Calabash Music onbekende artiesten (zonder contract) in de wereldmuziek de gelegenheid om met geleend geld van de fans opnames te maken en deze te verkopen via de website www.calabashmusic.com. Artiesten krijgen de helft van de opbrengst van de download en behouden de rechten op hun eigen muziek. Een goed idee, dat overigens heel veel weg heeft van Sellaband. De focus ligt bij Calabash echter op één segment van de muziekindustrie, de wereldmuziek.

Calabash Music is overigens ook een goede bron voor het ontdekken van nieuwe wereldmuziek, want ze stellen wekelijks gratis downloads ter beschikking.

26 april 2008

The Raconteurs: troostmannen vertellen weer fraaie verhalen

Iedere wakkere liefhebber van vuige rock met een poprandje is natuurlijk al lang op de hoogte van het bestaan van The Raconteurs. Deze band verraste twee jaar geleden vriend en vijand met hun debuut Broken Boy Soldiers. En ja, wie heeft er niet luchtgitaar staan spelen op botergeile riffs van de wereldhit Steady As She Goes? Dit uit duizenden herkenbare gitaargeluid, afkomstig van Jack White (frontman van The White Stripes) geeft The Raconteurs het ruige rockrandje, terwijl de inbreng van zanger en medecomponist Brendan Brenson voor een meer gangbaar geluid zorgt.

Op de nieuwe plaat van The Raconteurs, Consolers Of The Lonely, consolideeert de band de kwaliteit van het debuut met speels gemak. Dit keer brengen de "vertellers" weer troost met een mix van krachtpatsers en gevoelige liedjes. Zo knalt het openingsnummer Consolers Of The Lonely uit je speakers alsof het rechtstreeks van de laatste van The White Stripes, Icky Thump , is geplukt. Aan de andere kant zou een bijna Beatlesque nummer als You Don't Understand Me weer nooit op een White Stripes plaat hebben kunnen staan.

Mijn persoonlijke favoriet van het album is de schitterend opgebouwde compositie The Switch And The Spur. Dankzij de blazers in dit nummer kom je met een beetje fantasie rechtstreeks in een Middeleeuws tafereel terecht. Is dat niet het mooie van muziek, dat het de verbeelding prikkelt? The Raconteurs kunnen dit als de beste, verhalen vertellen die je geest én lichaam doen bewegen.

Video van een andere knaller: Salute Your Solution


MySpace The Raconteurs