31 mei 2008

Tom Baxter, Jeff's opvolger?

Voor de goed oplettende muziekliefhebber kan deze post nauwelijks als een verrassing komen, maar omdat ik pas sinds kort de volle kracht van de Engelsman Tom Baxter ben gaan waarderen wil ik toch nog even aandacht schenken aan dit fenomeen. Het gebeurt jou vast ook wel eens dat iemand je wijst op een artiest en dat je zelf zo druk bent met allemaal andere muziekdingen, dat je denkt "komt nog wel eens als ik wat meer aandacht aan dit plaatje kan besteden".

Dit overkwam mij deze week dus met Mr. Baxter, want zijn tweede plaatd Skybound staat hier al langere tijd te wachten op een eerste, serieuzere draaibeurt. Pas nú kom ik er achter dat deze artiest wel eens de eerste waardige opvolger van Jeff Buckley zou kunnen zijn. Althans, ik beluister een vergelijkbare onderhuidse spanning in zijn liedjes en zijn zeggingskracht en melodramatiek zijn simpelweg overweldigend. En het mooie is: hij doet niet eens zijn best de opvolger te willen zijn, deze man is gewoon zichzelf. Luister maar eens geconcentreerd naar Half A Man en je begrijpt hopelijk wat ik bedoel.

Bovendien zijn Tom Baxter's composities heel fraai opgebouwd, met prachtig gitaarspel en rijke orkestratie. In één van de hoogtepunten Icarus Wings zit een verrassend flamenco-achtig stuk. Mijn devies: laat je meeslepen door deze plaat, het is de moeite meer dan waard.

MySpace Tom Baxter

28 mei 2008

Ze French rule: Kokomo Webradio

Goede radiostations zijn er in Nederland nauwelijks te vinden, ik erger me echt groen en geel aan het zogenaamd "verrassende" 3FM en andere troepzenders. OK, Radio 6 is goed te pruimen, dát dan weer wel.
Gelukkig kan je op het internet van alles beluisteren en één van de betere webradio-kanalen die ik de laatste tijd heb ontdekt is notabene Frans: Kokomo Webradio. Het is een non-profit radio station met veel indie folk, pop & soul. Om je een voorbeeld te geven: in de beste platen van Kokomo over 2007/2006 staan Marissa Nadler, Great Lake Swimmers (hun Your Rocky Spine is uitgeroepen tot het beste nummer van 2007, goede keus!), Ed Laurie, Bonnie "Prince" Billy, etc. Veel folk dus, maar ook Los Campesinos!, Cold War Kids of The Shins komen voorbij. Vive la France! Vive Kokomo!

Website Kokomo

26 mei 2008

Spring-in-'t-veld-liedje van Herman Düne

Als je interesse voor muziek bovenmatig is en je veel tijd doorbrengt op het wereldwijdeweb dan is de kans groot dat je op dingen stuit waar je anders nooit mee in aanraking was gekomen. Zo kwam ik volgens mij via een LastFM-vriend op het bijzondere gezelschap Herman Düne die zichzelf met het spring-in-'t-veld-liedje I Wish That I Could See You Soon zó opvallend in je gehoor wurmen, dat het deuntje daar vervolgens dagenlang blijft doorechoën. En waar ik eerst dacht dat deze Herman, met zijn onaantrekkelijke naam, een éénmansact was bleek bij enig research al snel dat het hier een bandje betreft uit Frankrijk dat sinds 1999 bestaat en reeds vijf platen op haar naam heeft staan.
Ze hebben zich nooit echt in de kijker gespeeld, maar het nummer I Wish That I Could See You Soon werd vorig jaar door de Rolling Stone hoog aangeslagen en kreeg de 89e notering in de lijst met 100 beste songs van 2007. Het is inderdaad een verslavend popliedje met een fijn koortje, een hypnotizerend trompetje en een vrolijke clip:



MySpace Herman Düne

23 mei 2008

Bijzonder "Virus Free Generation" album

Het Virus Free Generation-project richt zich op het uitbannen van HIV & AIDS in zuidelijk Afrika en wil hiervoor zoveel mogelijk aandacht onder de Europese jeugd. Om het initiatief te ondersteunen is een project gestart om een cd op te nemen waarbij hiphop artiesten uit 4 verschillende Europese landen samenwerken met hiphoppers uit 4verschillende Afrikaanse landen. De teksten gaan o.a. over het verslaan van HIV & Aids en de rol die de jeugd hier bij kan spelen. Het resultaat van deze bijzondere samenwerking is nu, na het tekenen van een petitie, gratis te downloaden via deze link

Het uitbrengen van deze cd is meteen een goede gelegenheid om aandacht te vragen voor het a.s. Dunya festival dit weekend (zondag 25 mei). De hiphoppers van het VFG-project zullen hier optreden naast vele anderen waaronder de Rotterdamse parel Ntjamrosie, de Kaapverdiaanse ster-in-wording Tcheka en de Mauritaanse Afropop-artiest Daby Touré.

Virus Free Generation Hiphop Tour

22 mei 2008

Jason Mraz & het "Jack Johnson-syndroom"

Er zijn legio Amerikaanse singer/songwriters die in eigen land écht groot zijn en stadions uitverkopen, maar die hier maar geen voet aan de grond krijgen. Ooit van deze mannen gehoord: Matt Nathanson, Brett Dennen of Jason Mraz? They belong to a major league over there en ze maken ook goede popmuziek.

Jason Mraz heeft al jaren mijn bijzondere aandacht omdat hij enkele hele fijne, funky platen heeft gemaakt waaronder Waiting For My Rocket To Come (2002) en zijn perfecte live album Tonight, Not Again (2004). Ook op zijn "first ever performance at a jazz festival" gedurende North Sea Jazz vorig jaar toonde Mraz zich een rasperformer die zijn gitaar optimaal gebruikte om een swingende set neer te zetten.
En nu is er dan zijn meest verse schijf: We Sing. We Dance. We Steal Things. Helaas heeft Jason Mraz hier een wel heel opvallende knieval naar het grote publiek gemaakt. Het openingsnummer Make It Mine doet al het ergste vermoeden voor de rest van de plaat. Het zal mij niets verbazen als ook Jason Mraz artistiek ten onder zal gaan aan het "Jack Johnson"-syndroom, waarvan de definitie luidt: heeft óóit goede muziek gemaakt en voert nu nietszeggende deuntjes die het vooral goed doen op Sky Radio en Q-Music.

Hier nog een staaltje Jason Mraz in betere tijden:

21 mei 2008

Fanfarlo: Bowie's uitglijder?

Soms laat je je op het verkeerde been zetten door enthousiaste persberichten of nog gevaarlijker, quotes van bekende artiesten. Want als je het volgende leest, opgetekend uit de mond van David Bowie, dan denk je toch op zijn minst met dé verrassing van dit jaar te maken te hebben: "I've heard four or five of Fanfarlo's songs now, and, like a few of my other favourites, they have that particular knack of being able to create uplifting music that's blessed with a delicious melancholia at the same time. [...] I'm sure you'll be hearing a lot more of Fanfarlo".

Goed, het gaat dus over Fanfarlo, een Londense band die op 14 juni op het altijd fijne festival The Music In My Head staan. Zo'n uitnodigende oproep van een alom gerespecteerde rockster is natuurlijk een goede publiciteit voor deze onbekende band. Het maakt direct nieuwsgierig, maar legt tegelijkertijd de lat hoog.
De vraag is, werkt dit wel, een band op zo'n manier lanceren? Want ik heb Fanfarlo inmiddels enkele malen beluisterd en het kan mij (nog) niet bekoren. Het is een rip-off van DeVotchKa, alleen dan stukken minder spannend. Misschien had ik de band wel op een andere manier beoordeeld als ik de verkooppraat van Bowie niet gelezen had?

Website Fanfarlo
MySpace Fanfarlo

Verslag door Chenque van The Music In My Head 2007

19 mei 2008

Bon Iver: rauwe klanken uit de bossen

Het werkte al eerder bij Arthur Adam, jezelf opsluiten in een houten huisje, diep verstopt in de naaldbossen en iets wonderschoons creëren. Hetzelfde deed de Amerikaan Justin Vernon, hij raakte geinspireerd door de wouden van Wisconsin en nam er het debuutalbum For Emma, Forever Ago op onder de artiestennaam Bon Iver. Volgens de website Metacritic de best bekritiseerde plaat tot nu toe in 2008. Ikzelf ben nog niet helemaal overtuigd na het beluisteren van de nummers op zijn MySpace-pagina en na het zien van zijn live performance bij Jools vorige week. Wat ik wél zag was bezieling en gedrevenheid, het klonk alleen allemaal een beetje over de top en erg rauw. De tijd zal het leren, in ieder geval kun je de man deze week nog aan het werk zien in het Haagse Paard (22 mei), in Roepaen te Ottersum (23 mei) en Paradiso (24 mei). Van dat laatste concert zal dan wel weer iets te zien zijn op Fabchannel mogen we hopen.

MySpace Bon Iver

Bon Iver speelt Flume bij Jools:

14 mei 2008

Vooruitblikkend op North Sea Jazz 2008

Het is natuurlijk niet helemaal correct om te zeggen dat je het aanbod op het komende North Sea Jazz festival vindt tegenvallen als er in drie dagen ruim 150 acts worden voorgeschoteld. Toch mis ik dit jaar op voorhand de ruime keus aan wereldmuziek die er vorig jaar te genieten viel. In de 2008 editie wél veel latin jazz (o.a. Sergio Mendes, Neco Novellas en het Michel Camilo Trio), maar de Afrikaanse muziek komt er bekaaid van af met alleen optredens van Angelique Kidjo en Youssou N'Dour.
De revival van de soul zou met de komst van Adèle een zeer goede representante en publiekstrekker hebben gekend, ware het niet dat deze Britse helaas verstek moet laten gaan. Een teleurstelling voor de organisatie, want jammer genoeg liet Amy Winehouse het vorig jaar ook al afweten. Adèle geeft het stokje over aan o.a. Angie Stone, Jill Scott en Sharon Jones & The Dap Kings.

Andere NSJ tips van de hand van Chenque: Concha Buika (moderne flamenco), Fink (singer/songwriter), Gnarls Barkley, Joe Jackson, C-Mon & Kypski (dance), Bootsie Collins (funk), Melody Gardot (pop), Leine (Nederlandse singer/songwriter) en de meeste vreemde eend in de bijt: The Mars Volta.

Tot 11,12 en 13 juli in Rotterdam!

Concertverslag Chenque North Sea Jazz 2007

11 mei 2008

Liam Finn drumt als Animal

Ik vond de laatste paar uitzendingen van Jools Holland's programma Later.... op de BBC2 een beetje tegenvallen. Normaliter kom ik hier geregeld verrassende, nieuwe acts tegen, maar de uitzending van afgelopen vrijdag bevatte bijvoorbeeld geen enkele ear-opener (of het moet de fantastische samenwerking tussen Robert Plant en Alison Krauss zijn geweest, maar dat is niets nieuws onder de zon).
Vorige week was ik wél gecharmeerd van Liam Finn, de oudste zoon van Neil Finn, je weet wel die iele voorman van Split Enz en Crowded House. Liam is een jongen van pas 24 lentes jong en heeft het songwritersbloed van zijn paps meegekregen. Bij Jools voerde hij samen met Second Chance, van zijn plaat hier onderbelichte plaat I'll Be Lightning uit 2007.
Live werkt hij vaak samen met de zangeres Eliza-Jane Barnes (ook weer dochter van de bekende Australische artiest Jimmy Barnes).

Anyway, het nummer Second Chance had live bij Jools een lekker tempo en een strakke, repeterende riff. Na enig gepiel met opgenomen loops verdwijnt Liam van de gitaar achter de drumkit en ontaarde zijn optreden in een drumorgie waar Animal jaloers op zou zijn geweest. Een opvallende verschijning, deze Liam Finn.

Zie hier het optreden van Liam Finn bij Jools:

9 mei 2008

Recensie DeVotchKa - A Mad & Faithful Telling

Stel jezelf een doldwaze achtervolgingsscène op het Roemeense platteland voor, met oude, verroeste auto's, ezelskarren en dwarrelende kippenveren.
Of verplaats je naar een Siciliaans dorpje waar je midden in een huilende en rouwende menigte terechtkomt en een zestal in het zwart geklede maffiosi een houten kist ziet dragen. De achtergrondmuziek die bij deze beelden hoort, zou DeVotchKa zomaar uit de hoed kunnen toveren.
Al eerder maakte deze band filmmuziek voor de soundtrack van de film Little Miss Sunshine, maar met hun nieuwe plaat A Mad & Faithful Telling lijken ze zich rechtstreeks te wenden tot de meester van de Balkan-road movie, Emir Kusturica (o.a. Black Cat, White Cat en Life is a Miracle), in de hoop zijn nieuwste film van een soundtrack te mogen voorzien.

De bandnaam DeVotchKa is gekozen uit het Nadsat, een Engels-Russische taal die is verzonnen door schrijver Anthony Burgess en die wordt gebruikt in het wereldberoemde boek A Clockwork Orange. Het betekent 'jong meisje', en klinkt in ieder geval redelijk exotisch voor een band bestaande uit een viertal Amerikanen (drie mannen en een vrouw) uit Denver, Colorado. Sinds hun debuutplaat Melodrama (2000) staan ze bekend om het maken van een eigenzinnige mix van folkloristische klanken en popmuziek. Met het huidige succes van de Balkanmuziek lijkt de tijd rijp voor een doorbraak van DeVotchKa en is de timing van de release van A Mad & Faithful Telling perfect.

Het verademende van DeVotchKa is dat ze zich niet laten beperken door het gebruik van het standaardinstrumentarium uit de pop/rockwereld. Het lijkt wel of de bandleden op een goede dag hebben besloten een hele muziekwinkel leeg te kopen en alle instrumenten te gaan bespelen. Zo speelt zanger Nick Urata bijvoorbeeld bouzouki, piano, trompet, gitaar en de elektronische theremin. Andere bandleden bespelen de viool, accordeon of sousafoon en het is dít avontuurlijke aspect dat DeVotchKa tot een band maakt die de energie uitstraalt van het leven zelf. Soms opgetogen en vrolijk, soms triest, soms melodramatisch, soms bombastisch: alle stemmingen komen terug in hun achtbaanmuziek.

Het is dan ook niet zo vreemd dat je bij het beluisteren van A Mad & Faithful Telling heel veel referenties van andere bands te binnen schieten. Maar het zijn allemaal flarden herinneringen. Zo hoor je bij de eerste klanken van het heerlijke openingsnummer Basso Profundo tien seconden Doe Maar, tien seconden David Byrne (Talking Heads), vervolgens het archetypische zigeunerorkest en zo verder. Het wonderschone A Clockwise Witness doet soms denken aan Arcade Fire, met de meeslepende zang van Urata en het gebruik van de viool in een kamerorkestsetting. Een ander prachtig nummer is Head Honcho, lekker up-tempo, gecombineerd met accordeon en sfeervolle samenzang. Hier hoor je zelfs het gebruik van de Spaanse taal voorbijkomen, net als in Basso Profundo. Het is een wervelende mengeling van stijlen en sferen.

Echter, de achtbaan lijkt in de tweede helft van de korte plaat alleen nog maar langzaam omhoog te kruipen en het is wachten op een snelle afdaling die er niet meer komt. Dat is jammer, want DeVotchKa verrijkt de hedendaagse muziekwereld met enkele bijzonder originele liedjes, het zijn er alleen te weinig om een volle plaat te blijven boeien. Laten we hopen dat DeVotchKa over vijf jaar niet wordt beschouwd als "dat trendy bandje dat in 2008 nog een hele leuke plaat heeft gemaakt".

MySpace DeVotchKa

7 mei 2008

A trip to memory lane: Death to The Pixies

Het gebeurt me niet zo vaak, dat ik helemaal word gegrepen door een bandje dat al lang geleden ter ziele is gegaan. Maar ik heb plotseling een zwak voor The Pixies. Toen de band nog actief was liep ik niet zo warm voor de band rond zanger/gitarist Frank Black en bassiste Kim Deal. Okay, ik heb ze wel eens live mogen aanschouwen in Vredenburg en vond het wel een aardige band. En nu, anno 2008, ineens heb ik de kolder en ben ik in de ban van die ene verzamelaar met hun beste werk: Death To The Pixies uit 1997. De moddervette basloopjes, de krijsende uithalen van Mr. Black, de riffs, samenzang, de hese stem van Sra. Deal, de rare teksten, de songtitels (Debaser, Caribou, Monkey Gone To Heaven), de ongecontroleerde controle in de songs.... ik weet niet wat me plotseling bezielt, het is gewoon fijn om onder te dompelen in zo'n bad met jaren negentig nostalgie. Dat de band in 2004 weer bij elkaar is gekomen voor een onvermijdelijke reunie-tour vergeet ik daarbij gemakshalve, voor mij hield de band op te bestaan in 1993 en zijn The Pixies "volmaakt verleden tijd".

Hier een live opname uit 1988 van Gigantic:

5 mei 2008

Free Life: Dan Wilson @ his best

Op American Recordings, het label van producer Rick Rubin, zijn al veel goede en bijzondere platen verschenen. Denk aan het werk van The Black Crowes en System Of A Down, maar ook de laatste wapenfeiten van wijlen Johnny Cash. Het lijkt wel of Rubin een neus heeft voor authenticiteit en bovenal kwaliteit. Want de plaat Free Life van singer/songwriter Dan Wilson, die zojuist is verschenen op zijn label, raakt dichtbij iets wat de pophemel moet zijn. Dertien kristalheldere popliedjes, geschreven door de Amerikaan Dan Wilson die hiermee zijn eerste soloplaat aan ons blootstelt. Je kent Dan misschien nog als voorman van de redelijk succesvolle band Semisonic en in een nog verder verleden van Trip Shakespeare. En dat de man liedjes kan schrijven weten The Dixie Chicks ook al langer, want het nummer Not Ready To Make Nice wat hij voor hun schreef leverde hun in 2007 een Grammy op voor "Song Of The Year".

Anyway, Free Life van Dan Wilson barst uit elkaar van de prachtsongs en dat moet ik gewoon even gedeeld worden met de wereld. Dan's stem is helder en soms ietwat lijzig, zijn songs zijn puur en gevarieerd. Nergens vliegt Free Life uit de bocht, het blijft uiterst beheerst met een strakke begeleidingsband, waarbij veelvuldig gebruik van strijkorkesten de songs op een nog hoger plan tillen. Soms schuurt Dan tegen het ruige aan (de gitaarsolo op Cry bijvoorbeeld) om dan vervolgens weer terug te keren naar de basis. Razend knap, om een album te maken dat ongeforceerd over komt, terwijl de liedjes toch in een strak keurslijf zitten. Wat overblijft is Dan's hamvraag: "What your gonna spend your free life on?"

Website Dan Wilson (waarop je alle songs kunt beluisteren)

Video van en door Dan Wilson over het opnameproces van zijn album Free Life

1 mei 2008

Continu veranderend muzikaal landschap

Iedereen ziet om zich heen het muzikale landschap veranderen, dankzij het internet. Artiesten worden gemicrofinancierd (Calabash Music), bands zetten hele albums gratis online nog vóórdat het album verschijnt op cd (Radiohead), duo's zetten albums achterstevoren gratis online (Gnarls Barkley), elke artiest kan zijn muziek laten horen en exclusieve luistersessies organiseren op MySpace, etcetera.

Vandaag werd ik geconfronteerd in mijn mailbox met een voor mij nog nieuwe variant: een artiest die mij als fan en als aanwezige op zijn eigen mailinglist, via de mail vraagt om te helpen bij de financiering van zijn nieuwe studioalbum. Het gaat om de Amerikaanse singer/songwriter Richard Shindell, die enkele prachtige platen op zijn naam heeft staan (o.a. Vuelta), en die gewoon eerlijk toegeeft zijn werk zonder deze voorfinanciering niet te kunnen doen. Eigenlijk kan hij het zelf het beste uitleggen: In a nutshell, what the internet taketh away, the internet giveth back. Gone are the days of all-powerful record labels capable of handing out large recording budgets. While this might be unsettling to some, I think it's just great. Folks like me are now in the happy position of being able to appeal directly to our fans to take up the slack.

Dit allemaal onder de kop Finance My New Record!. Natuurlijk is elke rechtgeaarde fan nieuwsgierig naar dit nieuwe album dat rond de jaarwisseling moet verschijnen, dus ik heb er geen enkele moeite mee Mr. Shindell $20 vooruit te betalen om vervolgens een exclusieve, getekende versie (+ bonus cd) van zijn nieuwe werk thuis te mogen ontvangen. Bedrijven als PayPal maken het voor Richard Shindell eenvoudig om zelf zijn eigen winkel te beginnen en de betaling te regelen. Maar wát een omgedraaide wereld! Hier is de productie- en distributieketen van de muziekindustrie helemaal omgegooid. Eigenlijk worden vooral artiest en fan er beter van, in plaats van fabrikant en retailer. Dat laatste gaat mij wel aan het hart, want de offline platenzaak moet blijven voortbestaan........

Richard Shindell's Finance My New Record!

PS Oh ja, er gaat ook nog een gedeelte van de opbrengst (15%) naar een goed doel, het Argentijnse Crecer Con Amor kinderopvangcentrum.

Foto Richard Shindell: Marinko Matura